Belgische Klimaatzaak in een stroomversnelling: komen nu ook de lokale besturen onder schot. Ab igni ignem capere

4 december 2023

Nadat er op 17 juni 2021 een eerste keer (terughoudende) vreugdekreten hadden weerklonken, werd de champagne op 30 november 2023 (wel) ploppend ontkurkt bij VZW de Klimaatzaak. Met een grensverleggend arrest van het Hof van Beroep van Brussel van 30 november 2023 haalde de Belgische Klimaatzaak opnieuw een -belangrijke- slag thuis inzake haar strijd vóór het klimaat én tegen het Belgische klimaatbeleid.

Na een eerdere veroordeling door de rechtbank van eerste aanleg van Brussel in 2021, oordeelde (ook) het Hof van Beroep van Brussel op 30 november 2023 dat de federale staat, samen met het Vlaamse en Brusselse gewest, zich onzorgvuldig hebben gedragen bij de vormgeving van het huidige klimaatbeleid, en dit op een wijze die klemt met een aantal mensenrechten (nl. art. 2 (= recht op leven) en art. 8 (= recht op privé-leven) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).

Anders dan in 2021 legde het Hof van Beroep van Brussel ditmaal ook een gerechtelijk bevel op om minimaal 55% broeikasgasemissiereductie te realiseren tegen 2030. Een eventuele veroordeling tot betaling van dwangsommen (à €1.000.000,00/maand/veroordeelde partij) is overigens nog niet finaal van de tafel.

Na de Nederlandse Urgenda-uitspraak is dit -wereldwijd- de 2de keer dat een rechtbank resp. hof een bindend en becijferd reductiebevel uitvaardigt. Het Hof beschouwt de doelstelling van minstens - 55% als de absolute ondergrens, waaronder geen beleidsruimte meer bestaat, wat zou maken dat de rechterlijke macht ze bindend kan opleggen. Volgens de laatste cijfers heeft België in 2021 een reductie van -24% gerealiseerd, wat nu voor 2030 verplicht verdubbeld moet worden.

Niet onbelangrijk hierbij: hoewel de lokale besturen niet rechtstreeks worden geviseerd in de Belgische Klimaatzaak, lijkt de Klimaatzaak het lokale bestuursniveau in Vlaanderen evenmin onverlet te laten.

Zo waarschuwden we er in het verleden al voor dat het zgn. Burgemeestersconvenant -dat door quasi alle lokale besturen in Vlaanderen werd onderschreven- wel eens véél meer zou kunnen inhouden dan initieel werd voorgehouden[1]. Gezien er in het Burgemeestersconvenant expliciet wordt bevestigd dat lokale overheden de verantwoordelijkheid voor klimaatactie delen met de regionale en nationale niveaus alsook bereid zijn te handelen ongeacht de toezeggingen van andere partijen.

Welnu: het nationale en regionale niveau werd zonet (ook) door het Hof van Beroep van Brussel -opnieuw- veroordeeld voor het voeren van een (te) onzorgvuldig klimaatbeleid; aangelegenheid waaromtrent de lokale besturen dus expliciet hebben bevestigd een gedeelde verantwoordelijkheid te dragen…

Of (ook) de lokale besturen -binnen afzienbare tijd- geconfronteerd zullen worden met een eigen klimaataansprakelijkheid betreft dan ook niet langer een ‘of-vraag’ maar veeleer een ‘wanneer-vraag’. Of springt het Hof van Cassatie toch nog in de bres, voor wat betreft het juridisch innovatief arrest van het Hof van Beroep van Brussel van 30 november 2023?

Als dé juridische partner van de lokale besturen volgt GD&A Advocaten de verdere ontwikkelingen in ieder geval op de voet. Want één ding is zeker: dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd …


[1] Waarschuwing die op heden overigens bewaarheid is geworden nu de Raad voor Vergunningsbetwistingen al herhaaldelijk het juridisch afdwingbare karakter van het Burgemeestersconvenant heeft bevestigd.