Benoemd als lokaal bestuurder. Let ’s go?

20 april 2021

De bestuurder van een verzelfstandigd agentschap of een lokaal samenwerkingsverband (verderop inbegrepen onder de noemer “verzelfstandigd agentschap”) moet zijn bestuursmandaat actief uitvoeren. Zo niet kan hij (mede-)aansprakelijk (desgevallend strafrechtelijk-) worden gesteld. Hij is verantwoordelijk voor een deugdelijk (operationeel-) beheer, hetgeen een controle- en informatierecht/-plicht, een discretieplicht en een loyauteitsplicht omvat.

Naar aanleiding van de recente berichtgeving over mogelijke malversaties bij de privaatrechtelijke – doch ogenschijnlijk royaal gesubsidieerde – vzw Let’s Go Urban waarbij het deugdelijk bestuur ernstig in vraag gesteld wordt, is het als bestuurder van een gemeentelijk/OCMW- verzelfstandigd agentschap goed om even te reflecteren welke zijn taken en, misschien belangrijker, verantwoordelijkheden zijn wanneer een bestuursmandaat opgenomen wordt.

Een bestuurder van een verzelfstandigd agentschap wordt normaliter benoemd door de algemene vergadering van het verzelfstandigd agentschap, de gemeente- respectievelijke OCMW-raad van deelnemende gemeente/OCMW wanneer het formeel orgaan “algemene vergadering” ontbreekt en krijgt de bevoegdheid om op te treden in alle materies die niet worden voorbehouden voor de algemene vergadering (de residuaire bevoegdheid). En binnen die residuaire bevoegdheid beschikken zij over de volheid van bevoegdheid.

Tenzij uitgesloten kan die bevoegdheid verder gedelegeerd worden naar een orgaan van dagelijks bestuur, hetgeen de bestuurder evenwel niet ontslaat om controle en toezicht uit te oefenen op het dagelijks bestuur.

De bestuurder kan (en moet) alles doen wat nodig of nuttig is (of wordt geacht, al dan niet terecht) met het oog op het realiseren van het doel van het verzelfstandigd agentschap. Hij moet handelen in het belang van het verzelfstandigde agentschap met het oog op het realiseren van haar doel – voorwerp.

Dit kan hij individueel doen, dan wel gezamenlijk – collegiaal – als lid van college van bestuurders (de individuele- vs. collegiale besluitvorming). Bij de individuele besluitvorming kan de bestuurder direct met de neus op de verkeerde beslissing worden gedrukt. Bij de collegiale besluitvorming is dat al iets moeilijker maar kan (en mag) de bestuurder zich niet – simpelweg – verschuilen achter “hij heeft het (ook-) gedaan” of “ich habe es nicht gewusst”.

Passiviteit is bijgevolg zeker uit den boze! De vraag blijft wel hoe actief een bestuurder zijn rol moet opnemen.


Besturen, een abstracte inspanningsverbintenis

Een deel van de verplichtingen van de bestuurder is het naleven van de toepasselijke wetgeving, statuten en overeenkomsten (resultaatverbintenis). Een overtreding ervan is onmiddellijk – mits het nodige bewijs, zonder veel discussie – individueel aanrekenbaar. Een ander – en qua invulling/toetsing abstracter – deel van de verplichtingen van de bestuurder is het (operationele-) beheer van het verzelfstandigd agentschap (inspanningsverbintenis).

Zoals hiervoor gesteld moet een bestuurder alles doen wat nodig of nuttig is (of wordt geacht, al dan niet terecht) met het oog op het realiseren van het doel – voorwerp van het verzelfstandigd agentschap. De deugdelijkheid van dat (operationele-) beheer wordt getoetst aan de ernst, de toewijding en de inspanningen die de bestuurder daartoe levert.

De toetssteen van het deugdelijk (operationeel-) beheer is die van een normaal vooruitziend en zorgvuldig bestuurder, geplaatst in dezelfde of gelijkaardige omstandigheden. Indien de bestuurder een beslissing neemt die een andere bestuurder, geplaatst in dezelfde omstandigheden, nooit zou nemen, dan kan die beslissing – en de daaruit voortvloeiende schade – hem worden aangerekend.

De bestuurder moet zich dus actief met het bestuur van het verzelfstandigd agentschap bezighouden.

Een controle- en informatierecht/-plicht, een discretieplicht en een loyauteitsplicht

Per analogie met het (privaatrechtelijke-) vennootschapsrecht kan worden gesteld dat het actief besturen, naast de verplichte aanwezigheid op de vergadering van het bestuursorgaan, een controle- en informatierecht/-plicht, een discretieplicht en een loyauteitsplicht omvat.

De bestuurder moet op actieve wijze controle uitoefenen op het (operationele-) beheer van het verzelfstandigd agentschap en de overige bestuurders (controlerecht/-plicht). Hij kan (en moet) zich informeren over de werking van het verzelfstandigd agentschap waarbij hij het recht heeft om de boeken en andere documenten op te vragen en in te zien (informatierecht/-plicht) zodat hij met kennis van zaken kan deelnemen aan de collegiale besluitvorming.

De bestuurder moet de informatie die hij ingevolge zijn informatierecht/-plicht bekomt, vertrouwelijk behandelen (discretieplicht).

De loyauteitsplicht houdt in dat de bestuurder geen persoonlijk voordeel mag nastreven in de uitoefening van zijn opdracht. De bestuurder mag de ingevolge zijn informatierecht/-plicht bekomen informatie niet ten voordele van zichzelf gebruiken en kan, met betrekking tot een bepaalde (rechts-)handeling, niet tegelijkertijd als tegenpartij optreden.

Onverminderd de bestuurder het belang van het verzelfstandigd agentschap moet vooropstellen, kan het voorkomen dat zijn verplichtingen extern, vanuit de meerderheids- respectievelijk oppositiefractie, beïnvloed worden.

De bestuurder die zijn verplichtingen (inbegrepen zijn bestuursmandaat passief beleeft), kan (mede-)aansprakelijk (desgevallend strafrechtelijk-) worden gesteld.


GD&A-Advocaten is een betrouwbare en discrete partner die u, met de nodige kennis en ervaring, kan ondersteunen hoe individueel of collegiaal orgaan (concrete-) invulling moet worden gegeven aan het actief bestuur teneinde (preventief) aansprakelijkheid te vermijden.