C02-prestatieladder: in de toekomst bij alle overheidsopdrachten?

12 november 2020

Bedrijven die hun CO2-uitstoot verminderen, zullen in de toekomst een grotere kans maken om overheidsopdrachten binnen te halen. Er wordt meer en meer ingezet op duurzame en innovatieve overheidsopdrachten. Als hulpmiddel om C2-reducties in de bouwsector te stimuleren en na succes in Nederland, vindt de CO2-Prestatieladder ook zijn weg naar België.

Maar wat is de CO2-Prestatieladder nu precies?

De Vlaamse Regering test, samen met Brusselse en Waalse Regering, de implementatie van de CO2-prestatieladder bij een twintigtal grote overheidsopdrachten voor werken in een driejarige pilootfase tot september 2022. Nadien zullen zij een beslissing nemen over de structurele implementatie van de CO2-prestatieladder in België. Het inzetten op duurzame en innovatieve overheidsopdrachten vormt één van de doelstellingen van het Vlaams plan overheidsopdrachten.

Entiteiten van de Vlaamse overheid, zoals onder andere het Facilitair Bedrijf, de VMSW en OVAM, zullen de CO2-prestatieladder testen in 25 overheidsopdrachten voor werken boven de Europese drempel. OVAM bijvoorbeeld past de ladder toe sinds afgelopen zomer bij bodemsaneringsprojecten.[1]

De CO2-Prestatieladder werd in Nederland ontwikkeld in 2009 en wordt beheerd door de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Het is een continu CO2-managementsysteem met als doel energiebesparing, CO2-reductie en het gebruik van duurzame energie. De ladder zou in Nederland reeds geleid hebben tot 1,5 procent meer CO2-reducties per jaar voor de bedrijven in kwestie. Ook de vereniging van Belgische aannemers van grote bouwwerken gelooft dat de ladder de CO2-uitstoot van de bouwsector in België kan helpen verlagen.

Bedrijven worden door het CO2-managementsysteem gestimuleerd om CO2 op structurele wijze te reduceren binnen de bedrijfsvoering, in projecten én in de keten. De ladder is een op zichzelf staand certificatieschema dat de spelregels bevat voor het vrijwillig laten certificeren van bedrijven. De certificering is inderdaad vrijwillig, maar zou - alleszins naar de toekomst toe - gestimuleerd worden vanuit de Vlaamse Regering.

Het certificaat toont aan dat de inschrijver voldoet aan een bepaald niveau van de CO2-prestatieladder. Om een certificaat te behalen, moet een bedrijf voldoen aan de algemene eisen en per niveau op de ladder aan de eisen binnen vier invalshoeken. Het bedrijf moet nog niet over een certificaat beschikken alvorens deel te nemen aan de plaatsingsprocedure. In de opdrachtdocumenten kan bijvoorbeeld worden bepaald dat de opdrachtnemer een jaar de tijd heeft om over een certificaat te beschikken. De certificering neemt immers enige tijd in beslag.

De plaats van een bedrijf op de CO2-Prestatieladder wordt bepaald door het hoogste niveau waarop het bedrijf aan alle eisen voldoet. Hoe meer inspanningen een bedrijf aldus levert om zijn CO2-uitstoot te verminderen, hoe hoger het bedrijf op de CO2-prestatieladder staat. Bedrijven met een hoog niveau zullen meer kans maken om de overheidsopdracht binnen te halen en bekomen een fictieve korting op hun inschrijvingsprijs.

De CO2-Prestatieladder kent vijf niveaus. De eerste drie niveaus hebben betrekking op de CO2-uitstoot binnen de eigen bedrijfsvoering. Het niveau vier en niveau vijf hebben betrekking op de CO2-uitstoot in de keten en de sector. Voor de overheidsopdrachten in België gelden tot 2022, enkel de eerste drie niveaus.

Elk niveau is gelinkt aan bepaalde eisen van de CO2-Prestatieladder. Deze eisen komen voort uit vier invalshoeken (weging in %):

  • Inzicht: het bepalen van de energiestromen en de CO2-voetafdruk (40%);
  • Reductie: het ontwikkelen van ambitieuze doelstelling voor CO2-reductie (30%)
  • Transparantie: structurele communicatie over het CO2-beleid (20%);
  • Participatie: deelname aan initiatieven in de sector op het gebied van CO2-reductie (10%).

Bedrijven die goed scoren op de ladder, kunnen vervolgens genieten van een gunningsvoordeel, namelijk een fictieve korting op de inschrijvingsprijs. De hoogte van dit gunningsvoordeel en de wijze waarop dit berekend wordt, moet worden beschreven in de opdrachtdocumenten. De aanbestedende overheid dient per niveau het gunningsvoordeel te bepalen.

Het pilootproject van de CO2-Prestatieladder in België lijkt erop te wijzen dat - onder meer - de Vlaamse Regering duidelijk inzet op duurzame en innovatieve overheidsopdrachten. De toekomst zal uitwijzen of nog meer aanbestedende overheden een beroep zullen doen op de CO2-Prestatieladder.

[1] https://www.ovam.be/co2-prestaties-binnenkort-van-tel-voor-aanbestedingen-voor-bodemsaneringswerken