COVID-19 anno 2021: nieuwe stand van zaken in de zoektocht naar een sluitend reglementair kader.

29 januari 2021

Een regeling om op lokaal niveau de quarantainemaatregelen te handhaven en een lokaal initiatief voor bron- en contactonderzoek te organiseren met voldoende privacywaarborgen. Alle lokale besturen hebben er lang op gewacht, maar tijdens de recentste jaarwisseling was het -eindelijk- zover. Beter laat dan nooit. Waar het uitblijven van een gepaste reactie bij de eerste golf wellicht onvermijdelijk en begrijpelijk was, was een even late reactie bij de tweede golf dat al minder. Driemaal moest dan ook scheepsrecht zijn voor een operationeel instrumentarium na de kerstvakantie en de terugkomst van velen uit verlof.

2021 is pril, maar bracht reeds -andermaal- belangrijke wijzigingen op het vlak van de bestrijding van het coronavirus COVID-19.

Krachtens het decreet van 18 december 2020, met uitvoeringsbesluit van 8 januari 2021, werd eindelijk een wettelijk kader geïnstalleerd voor het lokale niveau om enerzijds handhavend op te treden tegen inbreuken op de quarantaineverplichtingen en anderzijds een initiatief voor bron- en contactonderzoek te organiseren met afdoende privacy-waarborgen voor de (noodzakelijke) gegevensuitwisseling met het Agentschap Zorg en Gezondheid.

Licht aan het einde van de regeltunnel voor de lokale besturen (?)

Het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19, het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020, de ministeriële coronabesluiten, … ondanks een ruim aanbod aan regelgeving, werd het geruime tijd in vraag gesteld of de lokale besturen beschikten over de bevoegdheid om handhavend op te treden tegen inbreuken op de quarantaineverplichting en een initiatief voor bron- en contactonderzoek te organiseren.

Teneinde hieraan tegemoet te komen werden de juridische contouren voor het lokale contact- en brononderzoek -voor het eerst- beperkt uitgetekend in het Besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 tot toekenning van een subsidie aan de lokale besturen om de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te versterken.

Rond de jaarwisseling werd één en ander betreffende het lokale contact- en brononderzoek, samen met de (lokale) handhaving van de quarantaineverplichting, nader geconcretiseerd via:

  1. Het decreet van 18 december 2020 tot wijziging van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19;

    Benevens bepalingen omtrent de lokale contactcentra werd hiermee niet alleen de lokale bevoegdheid tot handhaving van een quarantainemaatregel bevestigd, maar in functie van deze handhaving eveneens voorzien in een mogelijkheid tot gegevensdeling aan de gemeentes (cfr. art. 135 Nieuwe Gemeentewet) . In tegenstelling tot het lokaal contact- en brononderzoek zal het lokale niveau bij de handhaving van de quarantaineverplichting optreden als verwerkingsverantwoordelijke (i.t.t. verwerker).
  2. Het besluit van 8 januari 2021 van de Vlaamse Regering tot uitvoering van art. 34/1, tweede lid, en art. 47/1 van het decreet betreffende het preventieve gezondheidsbeleid en tot wijziging van diverse bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juni 2020 tot uitvoering van het decreet van 29 mei 2020 tot organisatie van de meldingsplicht en het contactonderzoek in het kader van COVID-19.

    Samen met een aantal concretiseringen van de quarantaineverplichting uit het Decreet Preventieve Gezondheidsbeleid, werd met betrekking tot het lokale contact- en brononderzoek in dit uitvoeringsbesluit bepaald dat:
  • Voor de uitvoering van opdrachten inzake lokaal bron- en/of contactonderzoek een verwerkingsovereenkomst moet gesloten worden tussen het lokale bestuur (of zorgraad) en het Agentschap Zorg & Gezondheid,
  • Voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van het lokale bron- en/of contactonderzoek (minstens-) een aantal (opgelegde) organisatorische en technisch beveiligingsmaatregelen moeten genomen worden.

Deze regelgevende teksten vormen, uiteraard samen met de lokale besluitvorming, het juridische kader voor (de gegevensverwerkingen en -uitwisselingen in het kader van-) het lokale contact- en brononderzoek enerzijds en de lokale handhaving van de quarantaineverplichting anderzijds.

Lokale handhaving van de corona-quarantaine én privacy-aspecten van het lokale contact- en brononderzoek – oude pijnpunten verholpen?

Afgelopen zomer maakten wij U attent op de lokale handhavende bevoegdheden ter bestrijding van het coronavirus (hier), en waarschuwden wij reeds voor de privacybekommernissen en -belemmeringen die konden rijzen bij de organisatie van een lokaal contact- en brononderzoek (hier).

Mag er aangenomen worden dat de Vlaams overheid met voormelde (nieuwe) regelinitiatieven is tegemoetgekomen aan deze hiaten en bekommernissen?

  • Eenvoud voor lokale handhaving van de corona-quarantaine (?)

Krachtens het decreet van 18 december 2020 en uitvoeringsbesluit van 8 januari 2021 werd voorzien in een duidelijk, wettelijk kader voor de lokale besturen om hun bevoegdheden inzake de openbare gezondheid en veiligheid op hun grondgebied in te zetten voor de handhaving van de quarantainemaatregelen.

Daartoe wordt voortaan een gegevensuitwisseling mogelijk gemaakt tussen enerzijds het Agentschap Zorg en Gezondheid en het lokale bestuursniveau, alwaar de burgemeester moet beschouwd worden als verwerkingsverantwoordelijke, gezien diens bevoegdheid voor bestuurlijke politie. Middels deze voortdurende gegevensuitwisseling worden de lokale besturen aldus -zonder onnodige omwegen- op de hoogte gebracht van wie in quarantaine moet, hoelang en op welke plaats deze verblijven gedurende hun quarantaine ten behoeve van een lokale handhaving.

Praktisch: opdat de noodzakelijke gegevens door het Agentschap Zorg en Gezondheid met het lokale niveau kunnen gedeeld worden, is vereist dat een protocol wordt afgesloten met het Agentschap Zorg en Gezondheid, conform art. 8 E-gov-decreet. Een model van dit protocol kan hier worden gevonden: https://www.vlaanderenhelpt.be/controle-handhaving-quarantaine?lang=nl

Een advies van de lokale DPO met betrekking tot dit protocol is -en blijft- vereist, evenals de onmiddellijke bekendmaking ervan op de website van de betrokken partijen.

  • Privacybekommernissen van de baan (?)

Krachtens het decreet van 18 december 2020 en uitvoeringsbesluit van 8 januari 2021 werd daarnaast ook ingespeeld op de vele vragen en opmerkingen betreffende de verenigbaarheid van het lokaal contact- en brononderzoek met de regelgeving inzake gegevensbescherming. Samengevat komt het actuele kluwen van regelgeving er in dit verband op neer dat:

  • Het de lokale besturen formeel is toegestaan om -in samenwerking met het centraal contactcentrum- te doen aan lokaal brononderzoek, waartoe een verwerkersovereenkomst dient afgesloten te worden met het Agentschap Zorg & Gezondheid opdat de verwerking van de (ter beschikking gestelde-) persoonsgegevens uit de Zorgatlas juridisch mogelijk-/toelaatbaar zou zijn;

    Dit met inachtneming van de minimale beveiligingsmaatregelen die reglementair werden voorzien;
    • Het de lokale besturen formeel is toegestaan om -in samenwerking met het centraal contactcentrum- te doen aan lokaal contactonderzoek, waartoe (eveneens) een verwerkersovereenkomst dient afgesloten te worden met het Agentschap Zorg & Gezondheid opdat de verwerking van de (ter beschikking gestelde-) persoonsgegevens uit de Zorgatlas juridisch mogelijk-/toelaatbaar zou zijn;

      Dit eveneens met inachtneming van de minimale beveiligingsmaatregelen die reglementair werden voorzien;

    • Het de lokale besturen is toegestaan om de quarantaineverplichting uit het Decreet Preventieve Gezondheidsbeleid te handhaven op basis van hun bevoegdheden uit art. 135 Nieuwe Gemeentewet, waartoe hen bepaalde persoonsgegevens kunnen medegedeeld worden door het Agentschap Zorg & Gezondheid, mits het sluiten van een protocol in de zin van het Decreet Elektronisch Bestuurlijk Gegevensverkeer;

    Voor het ontplooien van andere verwerkingsactiviteiten op basis van persoonsgegevens die ter beschikking worden gesteld door het Agentschap Zorg & Gezondheid, moeten steeds de klassieke regels inzake gegevensbescherming gerespecteerd worden (lees: in beginsel het afsluiten van een protocol waarin de onderlinge verantwoordelijkheden worden vastgelegd, nadat eerst werd nagegaan of deze andere verwerkingsactiviteit überhaupt toelaatbaar en rechtmatig zou zijn onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming).

    Luidens het Verslag aan de Vlaamse regering bij het besluit van de Vlaamse regering van 13 november 2020 is een dergelijk protocol ook vereist (minstens aangewezen) wanneer er in het kader van het lokale contact- en brononderzoek gebruik zou gemaakt worden van eigen datagegevens, waarbij gedacht wordt aan informatie vanuit de dienstverlening van het OCMW, informatie vanuit het rijksregister voor het controleren en aanvullen van adresgegevens van indexpatiënten en hoogrisicocontacten).

    Dit (minstens) teneinde de onderlinge verantwoordelijkheden-/aansprakelijkheden inzake naleving van de regels inzake gegevensbescherming vast te leggen.

    Einde van het legistieke kluwen in zicht: de Pandemiewet?

    Ondanks de vaststelling dat het decreet van 18 december 2020 en uitvoeringsbesluit van 8 januari 2021 legistieke verheldering hebben gebracht, kan het bezwaarlijk ontkend worden dat de coronaregelgeving -ook voor menig juristen- nog steeds een waarachtig kluwen blijft.

    De recente(re) verlengingen en (voortdurende) aanpassingen van de zgn. dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zijn evenmin gunstig voor een legistieke helderheid (en bevestigen met o.a. de invoering van een beperking van de erediensten tot maximaal 15 personen dat nagenoeg na 1 jaar coronaregelgeving, er nog steeds (grote) mazen in het net zijn, waaraan achter moet geremedieerd worden nadat men met de neus letterlijk op de feiten is gedrukt).

    Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden stelde daarom reeds een zgn. Pandemiewet in het vooruitzicht; een kaderwet die een steviger juridisch kader zou moeten bieden voor de maatregelen die nog tijdens deze of volgende pandemieën genomen zullen worden ter beperking van de individuele vrijheden (bv. het sluiten van de horeca en de winkels, beperking van de sociale contacten, een avondklok)

    Terecht waarschuwde grondwetsspecialiste Patricia Popelier daarbij reeds voor een “blanco cheque”-effect: een bijzondere urgentie en afwezigheid van alternatieven blijven noodzakelijk voor de inperking van de grondrechten, en minstens moeten procedurele garanties worden ingebouwd in de Pandemiewet voor uitbreiding ervan, met passende parlementaire controle.

    Afwachten dus wat de Raad van State en het Parlement hierover te zeggen zullen hebben.

    Als juridische partner van de lokale besturen volgt GD&A Advocaten alleszins nauwgezet de uitrol -en verantwoording- van lokale initiatieven inzake contact- en brononderzoek, en blijven wij ook de lokale besturen en hun burgemeesters bijstaan met daad en advies in de uitoefening van hun politionele bevoegdheden.