De Beleidsnota 2019-2024 van Bart Somers, Vlaams Minister Binnenlands Bestuur: op naar een moderner personeelsbeleid (?)

2 maart 2020

(Samenvattende weergave van de Beleidsnota 2019-2024 Binnenlands Bestuur en Stedenbeleid ingediend door Bart Somers viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur)

Eerder deze week legde Bart Somers, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, een nota aan de Vlaamse regering voor die een moderner personeelsbeleid bij de Vlaamse Overheid mogelijk moet maken. Ook op het verlanglijstje: een nieuwe minimale rechtspositieregeling en het wegwerken van de verschillen tussen statutaire en contractuele personeelsleden.

Bij de Vlaamse overheid werken op dit moment ongeveer 70% statutairen en 30% contractuele personeelsleden. Op het niveau van de lokale besturen is dit niet het geval. Sinds het Decreet Lokaal Bestuur is er niet langer sprake van een principiële statutaire tewerkstelling zodat de lokale besturen beschikken over een volledige keuzevrijheid aangaande de tewerkstellingsvorm van het personeel.

Volgens de nota zou het vervagen van het onderscheid tussen statutaire en contractuele personeelsleden tegemoetkomen aan een snel veranderende arbeidsmarkt. De huidige contractuele personeelsleden hebben andere arbeidsvoorwaarden dan hun statutaire collega’s die exact hetzelfde werk doen. Door het harmoniseren van de verschillende regelingen rond ziekte, pensioen, ontslag en verloning komen beide statuten meer op gelijke voet te staan.

De onderhandelingen met de verschillende vakorganisaties, om dit uitdoofscenario van de statutaire tewerkstelling aan te vatten en voluit te kiezen voor een flexibel systeem met contractuele tewerkstelling, zouden reeds van start zijn gegaan.

Daarnaast wordt ingezet op de instroom en de doorstroom naar de overheid als werkgever. Het imago van de Vlaamse overheid als werkgever zal met andere woorden een boost krijgen. Het evolueren van de Vlaamse overheid naar een aantrekkelijke, moderne en efficiënte werkgever met een creatief loonbeleid en flexibele verlofsystemen zou er voor moeten zorgen dat ondernemende en creatieve werknemers hun weg vinden en blijven vinden naar de overheid.

Er wordt een nieuwe minimale rechtspositieregeling opgesteld om voornoemde maatregelen te bewerkstelligen. Opnieuw zal deze rechtspositieregeling dienen als een kader waarbinnen de lokale besturen op autonome wijze en vrij hun keuzes kunnen maken in functie van hun eigen personeelsbeleid.

***

Het is uiteraard nog even afwachten in hoeverre dit modern personeelsbeleid vertaald kan worden naar de praktijk, rekening houdend met de evolutie in de rechtspraak van de hoven en de bodemrechters. Zo acht de rechtspraak de hoorplicht, een klassiek publiekrechtelijk beginsel, ook van toepassing bij het ontslag van een contractueel personeelslid.

Het blijft dus nog afwachten hoe de algemene beginselen van behoorlijk bestuur passen binnen het vooropgestelde moderner personeelsbeleid en in hoeverre zij stand zullen houden tegenover de flexibiliteit dat zulks beleid voor ogen heeft.