Deadline rapportering inzake werkelijk gebruik verschoven naar 20 juli 2024

12 april 2024

De Wet van 27 december 2021 houdende diverse bepalingen inzake belasting over de toegevoegde waarde introduceerde een nieuwe administratieve verplichting voor gemengde btw-plichtigen, waaronder tevens de lokale besturen, die periodieke btw-aangiften indienen.

In principe dienden de betrokken btw-belastingplichtigen de gevraagde informatie ten laatste 20 april 2024 mee te delen. Die deadline werd nu verschoven.

Tolerantie 2024

Sinds 1 januari 2024 moeten gedeeltelijke belastingplichtigen en gemengde belastingplichtigen die het werkelijk gebruik toepassen, jaarlijks bepaalde gegevens meedelen bij de periodieke btw-aangifte over:

  • het eerste kwartaal (ten laatste op 20 april), of
  • één van de eerste drie maanden van het lopende kalenderjaar (ten laatste op 20 februari, 20 maart of 20 april).

Die deadlines worden bij wijze van tolerantie in 2024 verschoven naar de uiterlijke indieningsdatum van de periodieke btw-aangifte over:

  • het tweede kwartaal 2024 (uiterlijk 20 juli 2024) of
  • juni 2024 (uiterlijk 20 juli 2024).

Door het uitstel dat tijdens de zomervakantie wordt gegeven, wordt de termijn nog verder verlengd tot 9 augustus 2024 (zowel voor maand- als kwartaalaangevers).

Mee te delen gegevens

De btw-belastingplichtigen die het werkelijk gebruik toepassen moeten volgende gegevens meedelen:

  • het definitieve algemeen verhoudingsgetal van het voorafgaande kalenderjaar
  • de opdeling, in procenten, van de aangerekende btw op de handelingen:
    - die uitsluitend gebruikt worden voor de bedrijfsafdeling(en) waarvan de handelingen volledig recht op aftrek verlenen.
    - die uitsluitend gebruikt worden voor de bedrijfsafdeling(en) waarvan de handelingen geen recht op aftrek verlenen.
    - tegelijkertijd worden gebruikt voor beide types bedrijfsafdelingen.
  • het/de bijzondere verhoudingsgetal(len)

Lokale besturen (art. 6 WBTW) moeten geen algemeen verhoudingsgetal berekenen vermits ze het werkelijk gebruik verplicht moeten toepassen.

Het tweede puntje vereist dat elke inkomende factuur met btw aan één van die sectoren wordt toegewezen. Hierbij moet enkel rekening gehouden worden met de handelingen die moeten worden gerapporteerd in de periodieke aangifte, dus niet de handelingen als overheid en ook niet de handelingen, waarvoor de overheid niet als belastingplichtige kwalificeert omdat de drempel van 25.000 euro niet wordt overschreden (art. 6 WBTW). In de rapportering moet wel rekening gehouden worden met de handelingen waarvoor de overheid kwalificeert als belastingplichtige, maar dewelke zijn vrijgesteld ingevolge artikel 44 btw-wetboek. Een correcte invulling van het rooster 00 in de btw-aangifte is dan ook onontbeerlijk.

GD&A Advocaten is graag bereid om uw bestuur bij te staan bij het vervullen van deze administratieve formaliteiten.