GD&A Advocaten ook in 2020 uw juridische partner in de zorg!
15 januari 2020
2020 belooft alweer een boeiend jaar te worden in de zorg- en welzijnssector. De Vlaamse Regering heeft haar kaarten op tafel gelegd in haar regeerakkoord 2019 – 2024 en de recent goedgekeurde begroting. Wat de federale ambities betreft, is het nog even – hopelijk niet meer te lang – wachten op een regeringsvorming. En ondertussen wordt de regelgeving van de vorige legislatuur resp. de regering in lopende zaken volop verder uitgevoerd: het decreet betreffende de woonzorg van 15 februari 2019 en haar uitvoeringsbesluit (inwerkingtreding 1 januari 2020); de erkenning van ziekenhuisnetwerken sinds 1 januari 2020; de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg (inwerkingtreding 1 juli 2021); …
Wat betekent het Vlaams Regeerakkoord 2019 – 2024 voor de zorg- en welzijnssector?
Het Vlaamse regeerakkoord heeft al heel wat stof doen opwaaien in de zorg- en welzijnssector. Vooral de begrotingscijfers die hieraan gekoppeld zijn, worden niet met applaus op alle banken onthaald. Nochtans heeft de Vlaamse Regering een aantal duidelijke ambities vooropgesteld:
- Innovatie bereiken door enerzijds digitalisering en anderzijds door een verdere uitwerking van het sociaal ondernemerschap in het Flanders’ care 4.0.;
- Terugdringen van de oplopende wachtlijsten;
- Werk maken van werk in de zorg- en welzijnszorg: De beschikbaarheid en het efficiënt inzetten van mensen en middelen om een verhoging van de kwaliteit van de zorg te realiseren. Vervolgens moet dit resulteren in een verlaging van de werkdruk. De Vlaamse Regering wil een verhoging van de instroom van zorgverleners bekomen en een geschikt retentiebeleid aanbieden. Het takkenpakket van hulp- en zorgverleners zal een taakzuivering ondergaan;
- Persoonsgebonden en vraag gestuurde financiering: Het principe van een persoonsgebonden financiering is reeds geïntroduceerd voor personen met een handicap. In de komende regeerperiode wil de Vlaamse Regering dit systeem uitbreiden naar de ouderenzorg;
- Ontschotting van de zorg- en welzijnssector: Het slopen van de muren tussen ouderenzorg, de zorg voor personen met een handicap en geestelijke gezondheidszorg. Hiermee beoogt de Vlaamse Regering een vereenvoudiging van de bestaande structuren en een meer patiënt gestuurde zorg;
- Hanteren van een holistische visie : Health in all policies;
- Scheiding van de regie- en actorrol in de zorg- en welzijnssector;
- ….
Teneinde voormelde ambities van de Vlaamse Overheid te kunnen uitvoeren, zal er dus inventief moeten worden omgegaan met de beschikbare budgetten: samenwerking met andere zorgactoren maar ook met actoren uit andere sectoren (ICT; industrie; werkgelegenheid; …); afbakening van de kerntaken; efficiënte inzet van personeel; duurzaam infrastructuurbeheer; afslanking van de overhead; … Dit is echter niet evident. De sector is immers sterk gereguleerd. Zij die hun huidige werking in vraag durven stellen, de moed tonen om zichzelf opnieuw te definiëren, botsen vaak op ongewenste juridische barrières. GD&A Advocaten staat paraat om samen met u deze obstakels te overwinnen.
Welke rol zullen de lokale besturen anno 2020 in de zorg – en welzijnssector spelen?
De Vlaamse Overheid ziet ook een specifieke rol weggelegd voor de lokale besturen. Vooreerst wordt de scheiding tussen de regie- en actorrol, waarbij de lokale besturen een sterke regierol opnemen, zoals reeds geïntroduceerd in het Vlaamse Regeerakkoord 2014 – 2019, verder benadrukt. De regierol van de lokale besturen zal (minstens) moeten worden ingezet op het vlak van de vermaatschappelijking van de zorg door ondersteuning van vrijwilligers, mantelzorgers etc., het realiseren van een sterk lokaal sociaal beleid en de uitvoering van de buitenschoolse opvang.
De versterking van de regierol van de lokale besturen impliceert een grotere actorrol voor de welzijnsverenigingen. Het is duidelijk dat de Vlaamse Overheid de toename aan welzijnsverenigingen verder aanmoedigt. De voorbije 3 jaar heeft GD&A Advocaten meer dan 25 lokale besturen succesvol begeleid bij de oprichting van een dergelijke vereniging. Op een aantal plaatsen is deze oefening nog lopende.
Ook publiek-private samenwerking wordt verder aangemoedigd. In de zorg – en welzijnssector werd deze beleidsvisie reeds tijdens de vorige legislatuur bijgestuurd, toen in extremis vier woonzorgverenigingen, onder juridische begeleiding van GD&A Advocaten, het licht op groen kregen van de Minister.
De boodschap lijkt alleszins te zijn aangekomen bij de lokale mandatarissen. Zij die de voorbije jaren de stap nog niet konden of wilden zetten, zijn momenteel minstens bezig aan het onderzoeken welke pistes ze verder kunnen bewandelen. Bovendien hoeft een reorganisatie niet altijd grootschalig te zijn. Zo hebben een aantal lokale besturen ervoor gekozen om (momenteel) “enkel” hun poetsdienst te herstructureren. In het Vlaamse Regeerakkoord 2014 – 2019 lezen we namelijk dat poetshulp in het kader van de gezinszorg enkel nog zal worden ingezet in situaties waar het gebruik van dienstencheques niet haalbaar is, omwille van de hogere eigen bijdrage t.o.v. dienstencheques of specifieke kwetsbaarheden op basis van vooraf bepaalde criteria die objectief vastgesteld worden op basis van de gebruikte indicatiestellingsinstrumenten. Poetshulp dat niet onder één van deze bijzondere categorieën valt, zal middels dienstencheques moeten worden aangeboden.
Uitvoering van het decreet van 15 februari 2019 betreffende de woonzorg.
In onze nieuwsbrief “Piecemeal engineering in de woonzorgregelgeving” van 26 april 2019 werden de belangrijkste wijzigingen uit het decreet reeds uitgelicht. Intussen werd ook het eerste uitvoeringsbesluit betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, het zgn. “stambesluit”, goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Behoudens een aantal bijzondere bepalingen, traden zowel het decreet van 15 februari 2019 betreffende de woonzorg als het stambesluit van 28 juni 2019 op 1 januari 2020 in werking.
De nieuwe regelgeving streeft naar meer maatwerk, meer individuele maatregelen en meer persoonsgerichte benaderingen van ondersteuning en zorg, kort gezegd: meer nood aan aandacht voor de kwaliteit van het leven. Het betreft een eerste tussenstap om te komen tot een sectoroverschrijdend decreet Langdurige Zorg en Ondersteuning.
De lokale dienstencentra zullen de grootste wijzigingen ondergaan, niet alleen naar invulling toe – de nadruk wordt meer gelegd op het stimuleren van de sociale cohesie in de buurt, de zelfredzaamheid van de gebruikers versterken en de gebruiker ondersteunen om hem zolang mogelijk in goede omstandigheden in zijn vertrouwde buurt te laten wonen – maar ook op infrastructureel gebied. De nieuwe infrastructuurnormen voor lokale dienstencentra houden o.a. in dat rolstoelgebruikers zelfstandig het hoofdgebouw, de lokalen en sanitaire ruimten moeten kunnen betreden en dat er minstens een ruimte van 90 m² wordt voorzien. Indien uw erkend lokaal dienstencentrum niet voldoet aan voormelde voorschriften, geen paniek, u heeft nog tot 31 december 2040 om uw centrum aan de nieuw opgelegde infrastructuurnormen te conformeren.
Ter herinnering : voor de exploitatie van nieuwe woonzorgcentra geldt er tot 2025 nog altijd een standstill op de toekenning van voorafgaande vergunningen voor bijkomende capaciteit. Ook het principe van de erkenningskalender blijft onder de nieuwe regelgeving bestaan. De kalender voor het bekomen van een erkenning voor een woonzorgcentrum werd intussen reeds volledig ingevuld voor de periode 2020 – 2025. Wat wél nieuw is aan het decreet van 15 februari 2019 betreft de schrapping van het principe van “aangemelde woonzorgvoorzieningen”, bv. aangemelde woonzorgcentra met minder dan 4 bewoners of aangemelde assistentiewoningen. Het nieuwe woonzorgdecreet wil hiermee gebruikers beschermen en een grotere garantie bieden op kwaliteit.
Hoe ver staat het met de ziekenhuisnetwerken?
In onze nieuwsbrief “Maggie koppelt de ziekenhuizen” van 4 maart 2019 kondigden we reeds de wet van 14 februari 2019 tot wijziging van de gecoördineerde ziekenhuiswet aan. Deze wetswijziging voorziet de oprichting van klinische netwerken tussen ziekenhuizen. De boodschap is duidelijk vanaf 1 januari 2020 zal elk ziekenhuis – m.u.v. de psychiatrische en revalidatie ziekenhuizen – deel moeten uitmaken van één locoregionaal klinisch ziekenhuisnetwerk. In het Vlaams Gewest zouden er maximum 13 ziekenhuisnetwerken worden gecreëerd.
De regelgeving rond ziekenhuisnetwerken is federaal, doch Vlaanderen is bevoegd om de ziekenhuisnetwerken te erkennen. De aanvragen tot het bekomen van een erkenning moesten uiterlijk op 15 oktober 2019 zijn ingediend. Uit het antwoord van bevoegd minister Wouter Beke tijdens de vergadering van 22 oktober 2019 voor de Commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding blijkt dat er effectief 13 ziekenhuisnetwerken een aanvraag tot erkenning hebben ingediend. Of al deze ziekenhuisnetwerken aan de vereiste erkenningsvoorwaarden zullen voldoen, werd nog niet bevestigd. Uit het antwoord van de minister in oktober bleek althans dat de meeste erkenningsaanvragen nog moesten worden aangevuld met bijkomende informatie (o.a. advies medische raad; statuten; samenstelling bestuursorganen; …). GD&A Advocaten volgt dit verder op de voet op en adviseert de ziekenhuisnetwerken graag bij het vervolledigen van hun aanvraagdossier.
Non sum occupatus umquam amicus operam dare !