‘Gemeente2030’: An (in-)convenant truth? Hoog tijd voor de lokale klimaatturbo
4 juni 2024
Vlaanderen -met lokale besturen en ondernemingen op kop- staat de komende jaren voor gigantische uitdagingen: meer doen met minder middelen. Tegelijkertijd is er een absolute noodzaak om in te zetten op duurzame en klimaatbewuste ontwikkeling. Hoog tijd voor de lokale klimaatturbo om aan te slaan?
In een tijdperk waarin duurzaamheid en klimaatverandering centraal (zouden moeten) staan in zowel het publieke debat als de beleidsvorming, staan onze lokale besturen voor een hele reeks complexe uitdagingen én kansen. In een snel veranderende wereld waar de gevolgen van klimaatverandering steeds voelbaarder worden, is er voor de lokale besturen een cruciale rol weggelegd in de transitie naar een duurzame samenleving, en dit zowel als (lokale) regisseur als actor.
In het bijzonder voor de nieuwe bestuursploegen, zullen de uitdagingen niet mals zijn: het verduurzamen van het lokale beleid en de lokale fiscaliteit, het bevorderen van de lokale energie-efficiëntie en het aandeel aan herbruikbare energie, het integreren van klimaatadaptatie in de ruimtelijke ordening, het ontwikkelen van klimaatrobuuste infrastructuur, … en dit -in een ideaal scenario- ook telkens overgoten met een sausje burgerparticipatie.
De voorbije jaren werden op lokaal niveau reeds tal van milieuvriendelijke acties en klimaatinitiatieven opgestart, al dan niet aangewakkerd door een groeiend klimaatbewustzijn. Quasi alle Vlaamse besturen (en ondernemingen) onderschreven inmiddels het Burgemeestersconvenant, de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen en werkten eigen, bijkomende initiatieven uit.
De wil om te verduurzamen en klimaatverandering ook op lokaal niveau aan te pakken is lovenswaardig, doch een steekproefsgewijze analyse van de meest recente LEKP-rapporten (i.e. waarover meer zal volgen in een navolgende ‘Gemeente2030’-nieuwsbrief) leert dat, onverminderd deze duurzaamheids- en klimaatinspanningen, er nog heel wat werk is aan de lokale duurzaamheidswinkel(s).
Zo wordt op verschillende van de aangegane verbintenissen en engagementen ronduit erbarmelijk gescoord. Vastgesteld werd onder andere dat nagenoeg geen enkele van de geanalyseerde steden en gemeenten in de buurt komt van de gestelde doelstellingen inzake de aanplanting van bomen, dat er momenteel slechts in zeer beperkte mate is aangevat met de voorgenomen collectieve en fossielvrije renovaties van woningen, dat er nog een groot onderbenut potentieel is inzake de opmaak van lokale warmteplannen en aanleg van warmtenetten, dat er nog snel(ler) geschakeld zal moeten worden inzake de installatie van laadpalen voor de elektrificatie van het wagenpark, …
Niet alleen Europa en Vlaanderen zetten daarom in op een duurzame economie en klimaatrobuuste samenleving (met erg belangrijke rol voor de Vlaamse lokale besturen), ook GD&A Advocaten bouwt mee aan een bottom-up, duurzaam en innovatief Vlaanderen. Geen overbodige luxe overigens, indachtig de nieuw ontluikende vormen/invullingen van milieu- en klimaataansprakelijkheid.
In dit verband presenteren wij u -onze nieuwste GD&A-nieuwsbrievenreeks ‘Gemeente2030’. Daarin zullen wij u regelmatig op de hoogte houden van actuele thema’s, (juridische) vraagstukken, best practices, … omtrent een duurzame en klimaatbewuste ontwikkeling op lokaal niveau. Wij zullen daarbij ingaan op (o.a.):
- De engagementen & (harde) verbintenissen van de lokale besturen op vlak van verduurzaming en klimaat;
- De doorvertaling van de Belgische Klimaatzaak naar het lokale bestuursniveau, en alle daarmee gepaard gaande (aansprakelijkheids-)risico’s;
- Het (al dan niet) bestaan van een klimaat due diligence bij lokale besluitvorming;
- De individuele klimaataansprakelijkheid voor mandatarissen, bestuurders en/of andere medewerkers van het lokale bestuur;
- De zgn. klimaattoets in het kader van de vergunningverlening door lokale besturen;
- De zgn. klimaatlasten in het kader van de vergunningverlening door lokale besturen;
- De mogelijkheden en valkuilen van het energiedelen, -verkopen evenals de energiegemeenschappen;
- De opportuniteiten, risico’s en aandachtspunten bij het uitrollen van lokale warmtenetten;
- Mogelijke stimuli vanuit lokale besturen voor ecologisch burgerschap;
- De mogelijkheden tot verduurzaming inzake overheidsopdrachten;
- De inzet en ontwikkeling van lokaal vastgoed als losgoed, en het gebruik van duurzame as a service-businessmodellen;
- …
Interesse aangewakkerd? Stay tuned!
P.S. Kent u zelf nog interessante (en doorgaans onderbelichte) thema’s of vragen met juridische inslag, die verband houden met de verduurzaming op het Vlaamse, lokale niveau waarover u graag wat meer zou lezen?
Laat het dan zeker weten aan ons ‘Gemeente2030’-team.
Fugit irreparabile tempus!