Gemeente2030 – lokale klimaatturbo: de Raad voor Vergunningsbetwistingen plaveit een duurzame weg richting een klimaattoets in de lokale vergunningverlening (2)
30 oktober 2024
In een eerdere nieuwsbrief (hier) bespraken we de (2) Tankstation-arresten van de Raad voor Vergunningsbetwistingen, waarmee de deur wagenwijd werd opengezet om bepaalde vergunningsaanvragen op het lokale niveau te toetsen op hun mogelijke klimaatimpact (resp. duurzaamheid). De hamvraag blijft echter: welke (praktische) implicaties hebben deze arresten?
De Tankstation-arresten, die zorgden voor de geboorte van een klimaattoets in het kader van de (lokale) vergunningverlening, vieren binnenkort hun derde verjaardag. Tot op heden heerst er echter nog (veel) onduidelijkheid over vragen, zoals hoe en waar deze toets precies moet -of kan- worden toegepast.
1. De klimaattoets: Hoe, waar, wat, wanneer en wie?
Hoewel de Tankstation-arresten binnenkort hun derde verjaardag vieren, cirkelt er -tot op heden- nog (veel) onduidelijkheid rondom de concrete toepassing van de klimaattoets in het kader van de vergunningverlening op het lokale niveau. De Raad voor Vergunningsbetwistingen greep het Burgemeestersconvenant aan om deze toetsingsnorm te introduceren, doch weinig zekerheden werden aangereikt over het hoe, het waar en het wanneer van de concrete toepassing van de klimaattoets.
Belangrijk is het in eerste instantie op te merken dat de klimaattoets, zoals geconcipieerd in de Tankstation-arresten, een facultatief beoordelingselement lijkt te zijn. De klimaattoets werd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen immers gelinkt aan de adviesbevoegdheid van de gemeente in de zin van art. 4.3.4 VCRO. Daarbij gaf de Raad voor Vergunningsbetwistingen aan dat klimaatoverwegingen een beoordelingscriterium kunnen (thans: moeten?) vormen in het kader van vergunningsprocedures.
In gelijkaardige zin voorziet ditzelfde art. 4.3.4. VCRO ook in een weigeringsmogelijkheid bij onwenselijkheden in het licht van doelstellingen of zorgplichten, eerder dan een weigeringsplicht.
Verder is het ook belangrijk aan te stippen dat de Tankstation-arresten evenmin voorschrijven dat voor elke vergunningsaanvraag een verplichte klimaattoets moet worden uitgevoerd. Bij een afwijkend advies moet het vergunningverlenend bestuur evenwel een zorgvuldig onderzoek voeren om het advies te bevestigen of gemotiveerd te weerleggen, met inachtneming van de klimaatdoelstellingen indien deze door de adviesverlener werden meegenomen in zijn/haar advisering.
Zo concludeerde de Raad voor Vergunningsbetwistingen in de Tankstation-arresten dat Deputatie niet zorgvuldig had onderzocht of “het project verenigbaar is met de gestelde klimaatdoelstellingen, en of hieraan op enigerlei wijze concreet kan worden tegemoetgekomen door gebeurlijke milderende maatregelen of voorwaarden op te leggen, dan wel aan te geven waarom het negatief advies geen geldige wettelijke reden tot het milieutechnisch weigeren van de aanvraag bevat”.
En tot slot worden de situaties waarin toepassing kan gemaakt worden van art. 4.3.4 VCRO als grondslag voor een klimaattoets -in ieder geval- beperkt door de beide toepassingsvoorwaarden die er in dit artikel zijn ingeschreven, met name:
- (i) Het moet gaan om een verplicht in te winnen advies (met andere woorden: het advies moet worden gevraagd aan het College van Burgemeester en Schepenen op wiens grondgebied de aanvraag betrekking heeft, waarbij het advies kan handelen over het gemeentelijk beleid) én
- (ii) Er moet sprake zijn van een zorgplicht of doelstelling (met andere woorden: er hoeft geen concrete norm aanwezig te zijn, maar er moeten voldoende aanknopingspunten voorzien zijn; waarbij de bepalingen die een zorgplicht bevatten niet verordenend van aard moeten zijn).
2. De klimaattoets: recente ontwikkelingen in de rechtspraak
De klimaattoets en de toepassing ervan is op heden nog in volle ontwikkeling, hetgeen tevens wordt onderstreept door de rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen en zelfs de Raad van State. De voorbije jaren kwamen er, in navolging van de (2) Tankstation-arresten, meerdere andere arresten aan de oppervlakte drijven, waarin de opportuniteit van een klimaattoets verder werd besproken (resp. verfijnd).
Zo herhaalde de Raad voor Vergunningsbetwistingen twee jaar na de Tankstation-arresten haar overwegingen met betrekking tot de klimaattoets -in nagenoeg identieke bewoording- in een zaak van de gemeente Essen, die ook handelde over de aanleg van een nieuw tankstation. (RvVb 24 augustus 2023, nr. RvVb-A-2223-1185, gemeente Essen) Daarmee duidelijk makend dat de Tankstation-rechtspraak geen eendagsvlieg was …
Verder maakte de Raad voor Vergunningsbetwistingen ook duidelijk dat de klimaattoets niet louter kan toegepast worden in het kader van de aanleg van tankstations. Gascentrales vormden de afgelopen jaren letterlijk een hot topic. In het kader van een vergunning voor een gascentrale in de gemeente Wondelgem, werd aan de Raad voor Vergunningsbetwistingen andermaal de mogelijkheid geboden om zich te buigen over het al dan niet meenemen van klimaataspecten binnen de vergunningsverlening.
Concreet werd geconcludeerd dat (ook) bij projecten die onder het EU-emissiehandelssysteem (Emission Trading Scheme – ETS) vallen, een klimaattoets kan spelen, meer bepaald dat er ook voor zulke projecten gemotiveerd zal moeten worden hoe ze kaderen binnen de Vlaamse en federale klimaatambities. Dit met dien verstande dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen tegelijkertijd wel oordeelde dat er op korte termijn een vrijwarende werking uitgaat van emissies die onder het ETS-systeem vallen: de zgn. scope3-emisies (= de overige emissies die ontstaan door activiteiten van eindgebruik en die niet gekwalificeerd worden als scope1- of scope2-emissies) blijven momenteel nog buiten schot, in tegenstelling tot directe klimaateffecten (RvVb 8 juni 2023, nr. RvVb-A-2223-0941, Claeys en Tubbax).
En ook de Raad van State lijkt op de klimaattoets-trein te zijn gesprongen.
In de gemeente Bocholt werd een gemeentelijk RUP goedgekeurd voor een grootschalige zandwinning te Kaulille-Bocholt. Voor deze zandwinning zou op termijn ruim 100 hectare bos verdwijnen, waarvan een groot deel van de ontginning zou plaatsvinden in een speciale beschermingszone voor de zwarte specht. De Raad van State bleek in casu van oordeel dat bij grootschalige veranderingen in landgebruik moet worden aangetoond dat men motiveert hoe het één en ander kadert binnen de globale Vlaamse klimaatambities in de toepasselijke context. Dit voornamelijk gesteund op de verplichtingen die voortvloeien vanuit de LULUCF-verordening van de Europese Unie (RvS 4 juli 2023, nr. 257.052, vzw BOS + Vlaanderen).
Niettegenstaande de Raad voor Vergunningsbetwistingen en de Raad van State de klimaattoets steeds verder doen uitdeinen, waken zij er anderzijds wel voor dat de slinger niet te ver zou doorslaan. Zo oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen in een arrest van 7 juli 2022 bijvoorbeeld ook dat de globale benadering van de CO²-uitstoot gelinkt aan een stadsontwikkelingsproject het toetsingskader van een individuele aanvraag zou overstijgen (RvVb 7 juli 2022, nr. RvVb-A-2122-0967, Peeters).
De klimaattoets lijkt zich momenteel dus (vooralsnog) te beperken tot projecten die potentieel een negatieve invloed hebben op het behalen van de gemeentelijke doelstellingen en/of afbreuk doen aan de gemeentelijke klimaatzorgplicht. Hierbij kan gedacht worden aan projecten die rechtstreeks of onrechtstreeks tot significante broeikasgasemissies kunnen leiden, projecten met grootschalige ontbossing tot gevolg, …. Een kleine eengezinswoning lijkt vooralsnog buiten de scope te blijven.
Dit met dien verstande dat er wél steeds consequent moet gehandeld worden inzake de toepassing ervan: waar relevant kan de klimaattoets aan de orde zijn in het kader van de vergunningsverlening op lokaal niveau, zonder enige willekeur.
3. Conclusie
De klimaattoets is here to stay.
De Tankstation-rechtspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen houdt tot vandaag de dag stand, en is zelfs volop in verdere ontwikkeling. To be continued for sure …