Gemeente2030 – Nieuwe (klimaat-)wetgeving aan de horizon!
15 juli 2024
Hoewel de zomervakantie ogenschijnlijk zijn kalme deken over het Europees continent spreidt, blijkt dat de verschillende wetgevende niveaus de afgelopen tijd niet hebben stilgezeten. Waar er reeds een hele reeks aan instrumenten ingevoerd is ter verbetering van het klimaat en de duurzaamheid van onze samenleving, staan er nog opvolgers in de wachtrij te trappelen om in hun voetsporen te treden. De GD&A Klimaatturbo werpt een blik op de belangrijkste up and coming instrumenten.
In een vorige nieuwsbrief bracht GD&A Advocaten reeds een overzicht van de bestaande instrumenten voor duurzaamheids- en klimaatbeleid. Waar deze instrumenten al zeer omvattend zijn, dient opgemerkt dat het domein van het bevorderen van de duurzaamheid van de samenleving en het klimaat als een perpetuum mobile in beweging blijft.
Nieuwe technologieën brengen nieuwe inzichten, vroegere beloftes worden aangescherpt bij gebrek aan (afdoende) resultaat …. De legistieke duurzaamheidstrein lijkt geenszins te vertragen, maar de laatste jaren zelfs een versnelling hoger te hebben geschakeld. Redenen voor nieuwe wetgeving zijn er voor wie zoekt ten overvloede te vinden.
Navolgend overzicht werpt een eerste blik op (een aantal van de-) aanstormende verplichtingen voor lokale besturen in Vlaanderen inzake klimaat, duurzaamheid, energie, … :
- Wettelijke verplichting tot het wegnemen van de meest risicovolle asbesttoepassingen (bv. asbestcement, daken en gevels, en niet-hechtgebonden asbesttoepassingen) uit publieke constructies tegen 2034, evenals de verwijdering uit publieke constructies van alle andere asbesttoepassingen in slechte staat tegen 2040.
Deze verplichtingen spruiten voort uit de artikelen 33/5 en 33/6 van het Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (‘Materialendecreet’). Aan dit decreet heeft de OVAM een Actieplan Asbestafbouw gekoppeld, met concrete maatregelen en hulpmiddelen voor het minimaliseren van asbest in Vlaanderen. Dit actieplan werd in 2023 nog geactualiseerd.
In het actieplan wordt voorzien in zgn. “nieuwe asbestovereenkomsten” voor gemeenten, die kunnen opgebouwd worden rond (o.a.) volgende engagementen: (i) laagdrempelig aanbod asbestinzameling aan huis en via het recyclagepark; (ii) inventariseren van asbestrisico’s, in het bijzonder bij lokale jeugd- en sportinfrastructuur: (iii) realisatie van asbestveilige publieke constructies in het gemeentelijk patrimonium conform de decretale mijlpalen, (iv) organisatie van groepsaankoop ‘generieke asbestattesten’, conform wet overheidsopdrachten zodat geen marktverstoring veroorzaakt wordt; (v) zichtbaar en bereikbaar meldpunt voor onzorgvuldig handelen met asbest; (vi) beschikken over 24/7 lokaal toezichthouder milieu met asbestkennis (lokaal of intergemeentelijk)… - Verplichting ecoscores en elektrificatie van het voertuigenpark van de overheid vanaf maart 2024
Art. 168/1 Wet Overheidsopdrachten voorziet al in een verwijzing naar minimumvereisten waaraan overheidsvoertuigen moeten voldoen. Op Vlaams niveau heeft de minister-president recentelijk een nieuwe Omzendbrief (Omzendbrief KBBJ/HFB/2024/4) gelanceerd inzake de verwerving en vervreemding, gebruik en het beheer van dienstvoertuigen voor de Vlaamse Overheid. In deze omzendbrief worden ecoscores vastgelegd per categorie van voertuigen, waaraan aangekochte of gehuurde dienstvoertuigen minstens moeten voldoen.
Hierdoor wordt uitvoering gegeven aan de beslissing in het Vlaams Energie- en Klimaatplan om enkel nog voertuigen die elektrisch, plug-in hybride, volledig hybride en CNG personenwagens aan te kopen. Ook bestelwagens vallen onder deze vereisten. De nieuwe omzendbrief is in werking getreden vanaf 15 maart 2024.
Niettegenstaande deze verplichtingen vooralsnog worden voorbehouden voor overheden op Vlaams niveau, staat een doorvertaling binnen afzienbare tijd naar het lokale bestuursniveau in Vlaanderen (allicht) in de sterren geschreven … - Verstrengde EPB-eisen vanaf 2024, met extra verstrenging in 2025.
De EPB-eisen werden recent andermaal verstrengd voor bouwprojecten met een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag of een melding, ook voor niet-residentiële gebouwen (waaronder overheidsgebouwen resulteren). Zo stijgt het minimum-aandeel aan hernieuwbare energie voor niet-residentiële gebouwen naar minstens 35 kWh/m². Ingrijpende energetische renovaties moeten voortaan in minstens 20 kWh/m² jaar voorzien aan hernieuwbare energie.
In 2025 verstrengen de vereisten nog verder.
Voor nieuwbouw zal voor vergunningsaanvragen vanaf 2025 een gasaansluiting geen optie zijn. Er kan enkel nog verwarmd worden met een warmtepomp, warmtenet, biomassaketel of directe elektrische verwarming. Het minimumaandeel aan hernieuwbare energie zal echter dalen voor niet-residentiële gebouwen naar minstens 20 kWh/m².
Vanaf 1 januari 2030 enkel nog aankoop of huren van gebouwen met zero-emissie in Brussel
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft met de ordonnantie van 7 maart 2024 tot wijziging van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing met het oog op de implementatie van de strategie voor de renovatie van de gebouwen, nieuwe verplichtingen ingevoerd voor overheden binnen haar grondgebied: - Tot 1 januari 2030 mogen deze overheden enkel nog gebouwen met zero-energieverbruik kopen of huren.
- Vanaf 1 januari 2030 mogen deze overheden enkel nog gebouwen met zero-emissie huren of kopen.
- Vanaf 31 december 2026 moeten nieuwbouwprojecten die behoren tot of bestemd zijn voor het gebruik door een overheid de zero-emissie-eis respecteren.
Daarnaast wordt ook een uitrusting met passende productiesystemen van zonne-energie verplicht.
- ...
Opgelet: bovenstaand overzicht dekt uiteraard niet het volledige gamma aan nieuwe utensilia dat er aan komt, zoals ook wordt bevestigd door (meerdere) recente berichten
Zo gaf de Europese organisatie achter het Burgemeestersconvenant recent een nieuwsbericht uit waaruit blijkt dat zij bij de opmaak van de Europese Green Deal 2.0 ijveren om van lokale besturen meer een focuspunt te maken. Zij hebben daartoe 29 key reccomandations voor de nieuwe Europese wetgevers geformuleerd en gepresenteerd aan het European Comittee of the Regions.
Verder heeft de Europese Commissie het Belgisch Nationaal Klimaatplan van de periode 2021-2030 in haar Aanbeveling (EU) 2024/1042 van de Commissie van 23 februari 2024 over het ontwerp van geactualiseerd geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan van België voor de periode 2021-2030 kritisch onder de loep genomen. Op basis hiervan werden verschillende punten van verbetering geformuleerd, dewelke ongetwijfeld omgezet zullen (moeten) worden in nieuwe (interne) richtlijnen en wetgeving.
Zo bekritiseert de Europese Commissie onder meer de ambitie van het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen (dit zou aanzienlijk moeten verhogen tot ten minste 33% als bijdrage aan het bindend streefcijfer van de EU) evenals het onvoldoende aanwezig zijn van beleidslijnen en maatregelen om de nationale bijdragen aan energie-efficiëntie te bereiken.
Conclusie:: nulla dies sine lege!
Het einde van de (wetgevende en regelgevende) klimaatturbo is nog lang niet in zicht voor de lokale besturen. Zij zullen moeten blijven inzetten op innovatie en kwalitatief klimaat- en duurzaamheidsbeleid dat up to date blijft aan de nieuwste standaarden.