Het asbestpassief van lokale besturen: een potje dat te vuur staat. Zorg dat het niet overkookt.

14 februari 2020

Vlaanderen barst van asbest. Volgens de cijfers van Ovam zouden gebouwen en infrastructuur in Vlaanderen die ouder zijn dan 2001 maar liefst 2,3 miljoen ton aan asbesthoudende toepassingen bevatten. De kans op voorkomen van één of meerdere asbesttoepassingen in een Vlaamse school bedraagt volgens een recente studie maar liefst 98%. Ook de gebouwen van lokale besturen, zoals gemeentehuizen, administratieve centra, sporthallen e.d. zijn veelal vergeven van asbesthoudende materialen. Wat zijn de verplichtingen voor lokale besturen, en hoe moeten zij omgaan met hun asbestpassief?

Asbest: een pest die rondwaart in het donker

Asbest is een natuurlijke grondstof die is opgebouwd uit kleine vezels die met het blote oog niet zichtbaar zijn. Al sinds de oudheid wordt asbest gebruikt vanwege zijn brandwerende kwaliteiten. Na de Tweede Wereldoorlog werd asbest veelvuldig gebruikt in de bouwsector.

Asbest is echter uitzonderlijk schadelijk voor de volksgezondheid. In de wetenschap bestaat er consensus over dat asbest in al zijn toepassingen kankerverwekkend is voor de mens. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is asbest zelfs verantwoordelijk voor ongeveer de helft van alle beroepsgebonden kankers met dodelijke afloop.

Hoewel het reeds lange tijd bekend was dat asbest schadelijk is voor de volksgezondheid, werden asbesttoepassingen ook in Vlaanderen decennialang gebruikt bij de bouw van zowel woningen als publieke gebouwen. Een algemeen verbod op asbest kwam er pas in 2001.

Vlaanderen asbestveilig tegen 2040

De Vlaamse Regering streeft met het Actieplan Asbestafbouw ernaar om Vlaanderen uiterlijk tegen 2040 asbestveilig te maken. Dit houdt concreet in dat risicovolle asbest verwijderd en opgeborgen moet worden. Enkel asbesttoepassingen in goede staat mogen behouden blijven.

Het Actieplan Asbestafbouw omvat verschillende maatregelen om deze doelstelling te bereiken. De maatregelen strekken van een inventarisatieplicht tot een verwijderingsplicht. Daarnaast werden ook de lijst met verboden handelingen en de regels voor het beheer van het bestaande asbestpassief aangescherpt.

Actieve verwijderingsplicht voor publieke gebouwen tegen 1 januari 2034

Het Materialendecreet bepaalt dat elke eigenaar van een publieke constructie met bouwjaar 2000 of ouder (het zogenaamde ‘risicobouwjaar’) verplicht is om reeds tegen 1 januari 2034 alle eenvoudig bereikbare niet-hechtgebouwen asbesthoudende materialen te verwijderen. Deze verplichting geldt nog niet voor asbesthoudend pleisterwerk op wanden dat een laag risico vormt.

Daarnaast moeten ook alle dak- en gevelbekledingen, dakgoten, rookgaskanalen en hemelwaterafvoerkanalen die uit asbestcement bestaan worden verwijderd tegen 1 januari 2034 als ze zich aan de buitenzijde van de publieke constructie bevinden.

Tegen 1 januari 2040 moet elke eigenaar van een publieke constructie met risicobouwjaar zijn constructie met risicobouwjaar asbestveilig maken, en de asbestveilige toestand na 1 januari 2040 te behouden.

Een asbestveilige toestand is een toestand waarin bij normaal gebruik van de publieke constructie met risicobouwjaar geen blootstellingsrisico's kunnen ontstaan voor mens en milieu doordat men zich heeft ontdaan van alle eenvoudig bereikbare asbesthoudende materialen met niet-laag risico en de resterende asbesthoudende materialen veilig worden beheerd. Asbesthoudende materialen hebben volgens het Materialendecreet een laag risico wanneer het op basis van hun aard, staat en voorkomen weinig waarschijnlijk is dat asbestvezels kunnen vrijkomen.

Samengevat moeten tegen 2034 de meest risicovolle asbesttoepassingen, zoals asbestcementen daken en gevels, en niet-hechtgebonden asbesttoepassingen weggenomen worden uit publieke constructies. Tegen 2040 moeten alle andere asbesttoepassingen in slechte staat verwijderd zijn uit publieke constructies.

Waar beginnen?

Gelet de enorme omvang van het asbestpassief dat zich in gemeentelijke gebouwen bevindt, dreigt het Actieplan Asbestafbouw voor heel wat lokale besturen een herculeswerk te worden. Hoe kan uw bestuur tijdig zijn wettelijke verplichtingen nakomen en aansprakelijkheden vermijden?

Om het asbestpassief aan te kunnen pakken moet eerst zicht worden gekregen op alle asbesthaarden binnen het patrimonium van de gemeente. De codex Welzijn op het werk omvat heel wat verplichtingen voor lokale besturen om hun werknemers te beschermen tegen de risico’s van asbest. Eén van die verplichtingen is de opmaak van een asbestinventaris voor elk gebouw waar (gemeente)werknemers tewerk worden gesteld. Deze asbestinventarissen brengen het asbestpassief nauwkeurig in kaart, en zullen een onmisbaar wapen zijn in de strijd van uw bestuur tegen onveilige asbest.

Wanneer u asbest wenst te verwijderen, dient u voor ogen te houden dat dit in bepaalde gevallen moet gebeuren door een erkende asbestverwijderaar.

Uw gemeente asbestveilig tegen 2040

Op de schouders van de Vlaamse gemeenten rust een bijzondere verantwoordelijkheid om Vlaanderen asbestvrij te maken tegen 2040. Tegen uiterlijk 1 januari 2034 dient het gros van het asbest reeds verwijderd te zijn. Hoewel deze deadlines nog veraf lijken, kan een zorgvuldig bestuur best nu reeds maatregelen nemen om gevaarlijke asbesthaarden te verwijderen. Door tijdig actie te ondernemen tegen asbest, kan worden voorkomen dat het gemeentepersoneel of gebruikers van gemeentelijke infrastructuur verder wordt blootgesteld aan kankerverwekkende asbesttoepassingen, of dat een brand of andere calamiteit in een asbesthoudend gemeentegebouw schade berokkent aan mens en milieu. Hoe sneller uw bestuur het asbestpassief aanpakt, hoe kleiner de risico’s voor de volksgezondheid.

Bona diagnosis, bona curatio.