Op 5 juni 2025 meldden wij u reeds dat het Grondwettelijk Hof het Decreet van 16 juni tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid, kortweg het Ontslagdecreet, vernietigd heeft, doch waarbij de gevolgen van dit decreet gehandhaafd blijven tot 5 juni 2025.

Uiteraard roept de vernietiging van het Ontslagdecreet tal van vragen op, zoals onder meer:

• Wat nu met het Uitvoeringsbesluit dat werd aangenomen op basis van het Ontslagdecreet, en waarmee wijzigingen werden aangebracht aan het Rechtspositiebesluit (Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2024 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen)?
  
  Zo schreef dit Uitvoeringsbesluit de paragrafen §3/1 en §3/2 in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit in, dat stelt dat een lokaal bestuur eerst moet overwegen om een statutair personeelslid te herplaatsen of ter beschikking te stellen, vooraleer het overgaat tot ontslag wegens beroepsongeschiktheid. In het Rechtspositiebesluit werden eveneens artikelen 24/1 tot en met 24/8 ingevoegd omtrent de uitstroom van statutaire personeelsleden: het feit dat de aanstelling van statutaire personeelsleden overeenkomstig artikel 194/1 Decreet Lokaal Bestuur (en dus overeenkomstig de principes van de Arbeidsovereenkomstenwet) beëindigd kan worden, dat de opzeggingstermijn naar aanleiding van een ontslag van een statutair personeelslid overeenkomstig de Arbeidsovereenkomstenwet geschorst wordt in bepaalde gevallen, wat de gevolgen zijn ingeval een bestuur overgegaan is tot een ontslag van een statutair personeelslid op kennelijk onredelijke wijze, …

• Wat met de lokale rechtspositieregelingen die werden aangepast in functie van het Ontslagdecreet en het Uitvoeringsbesluit?

Tegen het Uitvoeringsbesluit loopt heden een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State. Verwacht wordt dat het Uitvoeringsbesluit binnen afzienbare tijd (minstens gedeeltelijk-) zal worden vernietigd door de Raad van State. Het Uitvoeringsbesluit heeft immers geen juridische grondslag meer, wat in strijd is met het legaliteitsbeginsel.

In elk geval staat GD&A Advocaten klaar om samen vragen en onduidelijkheden in hoofde van uw bestuur te ontwarren en om te bekijken welke aanpassingen in de lokale rechtspositieregeling noodzakelijk / gewenst zijn in functie van de nieuwe realiteit.

Aarzel dus niet om ons te contacteren.

Beatus, qui prodest, quibus potest