Nieuwsflash: Grondwettelijk Hof vernietigt Ontslagdecreet

5 juni 2025

Het Grondwettelijk Hof heeft op 5 juni 2025 het gehele Ontslagdecreet vernietigd. Om rechtsonzekerheid en organisatorische moeilijkheden te vermijden, handhaaft het Hof de gevolgen van het decreet tot de datum van uitspraak van dit arrest.

Op 1 oktober 2023 trad het Decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid, kortweg het Ontslagdecreet, in werking. Dit decreet bracht met zich mee dat statutaire personeelsleden tewerkgesteld bij lokale en provinciale besturen op dezelfde wijze ontslagen kunnen worden als contractuele personeelsleden van die besturen, nl. op grond van de principes van de Arbeidsovereenkomstenwet. De arbeidsrechtbank (en niet meer de Raad van State) kreeg de bevoegdheid toegewezen om de recht- en regelmatigheid van het ontslag te beoordelen.

Verschillende partijen en verenigingen vorderden de vernietiging van het Ontslagdecreet bij het Grondwettelijk Hof.

Op 5 juni 2025 heeft het Grondwettelijk Hof diens langverwachte arrest met rolnummer 85/2025 gepubliceerd op diens website. Het Grondwettelijk Hof vernietigt het Ontslagdecreet, en dit omdat het Ontslagdecreet een aanzienlijke vermindering van het bestaande beschermingsniveau inzake recht op arbeid en recht op arbeidsvoorwaarden van statutaire personeelsleden tewerkgesteld bij lokale en provinciale besturen met zich meebrengt.

Immers, zoals gezegd was vóór de inwerkingtreding de Raad van State bevoegd om kennis te nemen van beroepen tegen ontslagbeslissingen van statutaire personeelsleden. Dit bracht met zich mee dat, wanneer de Raad van State de ontslagbeslissing vernietigde, het ontslagen statutair personeelslid gere-integreerd diende te worden. De toepassing van de bepalingen van de Arbeidsovereenkomstenwet leidt evenwel ertoe dat een vernietiging van het ontslag niet langer de re-integratie van het personeelslid tot gevolg heeft, wat dus een aanzienlijke vermindering van het bestaande beschermingsniveau uitmaakt.

Een wezenlijk kenmerk van het statutair ambt is namelijk het vaste karakter van de betrekking, zo vervolgt het Grondwettelijk Hof, dat onder meer inhoudt dat een statutair personeelslid zijn betrekking gewaarborgd ziet door het feit dat zijn ambt slechts kan worden beëindigd op grond van redenen die uitdrukkelijk in zijn rechtspositieregeling zijn opgesomd. Volgens het Hof kan de doelstelling van de decreetgever om de beëindiging van de statutaire tewerkstelling te moderniseren en te flexibiliseren, niet verantwoorden dat het vaste karakter van de betrekking van die personeelsleden grotendeels wordt tenietgedaan doordat hun de mogelijkheid tot re-integratie wordt ontnomen.

Omdat de verschillende aspecten van de ontslagregeling een onlosmakelijk geheel vormen, vernietigt het Hof het gehele Ontslagdecreet.

Wel verzochten enkele tussenkomende partijen om de gevolgen van het Ontslagdecreet te behouden, en dit omwille dat inmiddels verscheidene provinciale en lokale besturen statutaire personeelsleden ontslagen hebben met toepassing van het Ontslagdecreet, waarover mogelijk reeds gerechtelijke procedures bij de arbeidsgerechten hangende of zelfs afgerond zijn.

Lokale en provinciale besturen konden ervan uitgaan dat de tewerkstelling van het betrokken personeelslid definitief was beëindigd en dat zij in geval van een betwisting in rechte hoogstens nog een financiële vergoeding verschuldigd zouden zijn, zodat zij in voorkomend geval onmiddellijk in de vervanging van het ontslagen personeelslid konden voorzien. Om deze reden handhaaft het Grondwettelijk Hof de gevolgen van het Ontslagdecreet, en dit tot datum van de uitspraak van dit arrest, m.n. tot 5 juni 2025.

Impact van het arrest

Het arrest nr. 85/2025 brengt met zich mee dat statutaire personeelsleden van lokale en provinciale besturen met ingang van heden niet meer ontslagen kunnen worden overeenkomstig de principes van de Arbeidsovereenkomstenwet. Op dit moment lijkt het voor de Vlaamse Regering (zeer-) moeilijk om een soortgelijke regeling in de toekomst alsnog op statutairen van toepassing te verklaren. Immers, zolang de Vlaamse Regering niet (minstens-) in een re-integratiemogelijkheid voor statutairen voorziet, zal een soortgelijke regeling niet aanvaard worden door het Grondwettelijk Hof.

De statutaire personeelsleden die tussen 1 oktober 2023 en 5 juni 2025 wél ontslagen zijn op basis van het Ontslagdecreet, zullen in elk geval niet meer gere-integreerd kunnen worden ingeval sprake zou zijn van een onrechtmatig of onregelmatig ontslag. Mogelijks wenden zij zich nog wel naar de Vlaamse Regering teneinde schadevergoeding te bekomen. Immers, gelet op het arrest van het Grondwettelijk Hof staat het namelijk vast dat de Vlaamse Regering een fout begaan heeft door het Ontslagdecreet aan te nemen; Ontslagdecreet dat mogelijks schade veroorzaakt heeft ten aanzien van ontslagen statutairen.

GD&A Advocaten zal nieuwe mogelijke ontwikkelingen alleszins op de voet volgen.

Factum est illud, fieri infectum non potest.