OCMW-dienstverlening: overdragen, verzelfstandigen of behouden? Juridische wegwijzer voor lokale besturen.
3 oktober 2025
Lokale besturen staan voor cruciale keuzes bij de opmaak van hun meerjarenplan. Met stijgende kosten en dalende subsidies dringt het kerntakendebat zich steeds meer op: welke diensten blijven publiek en welke kunnen beter aan private actoren worden overgelaten? Deze nieuwsbrief biedt een juridische leidraad voor besturen die worstelen met de toekomst van (ondermeer) hun woonzorgcentra, thuiszorgdiensten en kinderopvang.
De wettelijke context: artikel 60 §6 OCMW-wet
Artikel 60 §6 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-wet) vormt het juridische fundament voor beslissingen rond het oprichten, uitbreiden maar ook afstoten van OCMW-diensten. Deze bepaling vereist dat "de noodzaak tot het oprichten of het uitbreiden van een inrichting of van een dienst moet blijken uit een dossier dat een onderzoek bevat naar de behoeften van de gemeente en/of de streek en naar de gelijkaardige inrichtingen of diensten die reeds in functie zijn, een beschrijving van de wijze van functioneren, een nauwkeurige raming van de kostprijs en van de uitgaven die moeten gedaan worden, alsook, indien mogelijk, inlichtingen die een vergelijking met gelijkaardige instellingen en diensten mogelijk maken."
Rechtspraak van de Raad van State: restrictieve interpretatie
De Raad van State heeft in haar rechtspraak, met name in het bekende arrest OCMW Wingene[1], waarbij het OCMW haar woonzorgcentrum wenste over te dragen aan een VZW actief binnen de gemeente, de volgende interpretatie aan artikel 60 §6 gegeven :
- Overeenkomstig het principe dat wie de macht heeft om iets op te richten dat ook weer mag opheffen, oordeelt de Raad van State dat een OCMW kan beslissen om haar dienstverlening (in dit arrest ging het over een woonzorgcentrum) af te stoten;
- De OCMW-wet voorziet uitdrukkelijk in de mogelijkheid tot oprichting en uitbreiding van inrichtingen (zoals een woonzorgcentrum), maar vermeldt niet de hypothese van een afschaffing, de mogelijkheid om o.a. een woonzorgcentrum af te stoten moet dan ook restrictief worden opgevat;
- De beslissing om o.a. een woonzorgcentrum af te stoten moet gebaseerd zijn op de vaststelling dat er geen actuele behoefte meer bestaat aan deze dienstverlening (en mag niet louter gebaseerd zijn op het gegeven dat het woonzorgcentrum aan renovatie toe is);
De mogelijkheid tot afstoting wordt dus als een uitzondering beschouwd, waarbij de voorwaarden van artikel 60 §6 strikt moeten worden geïnterpreteerd. Cruciale voorwaarde is dat uit het behoeftenonderzoek moet kunnen worden afgeleid dat er niet verder een noodzakelijkheid bestaat tot het behouden van de dienst of de voorziening.
Verschillende invulling in doctrine en praktijk
In 2021 besliste het OCMW Oostende om haar thuiszorgdiensten over te dragen aan I-Mens. Er werd tegen deze beslissing een klacht ingediend bij de toezichthoudende overheid, maar de toenmalige minister van Binnenlands Bestuur, ging niet over tot vernietiging van de OCMW-raadsbeslissing. De bevoegde minister verdedigde zijn beslissing in een commissievergadering van het Vlaams Parlement met verwijzing naar rechtsleer die stelde dat de overdracht van een OCMW-dienst mogelijk moet zijn op voorwaarde dat de continuïteit van de dienstverlening wordt gegarandeerd.[2] Een vakorganisatie tekende beroep aan bij de Raad van State tegen het ministerieel besluit, maar de Raad wees het beroep af omdat er geen schending van de syndicale procedure kon worden vastgesteld.[3]
Het dossier heeft alleszins de discussie over de afstoting van OCMW-dienstverlening opnieuw doen oplaaien. Uit de parlementaire debatten blijkt alvast dat er nog altijd verschillende interpretaties bestaan over de mogelijkheid om OCMW-diensten af te stoten.[4]
Ook de VVSG wees in het verleden reeds op de complexiteit bij een overdracht van OCMW-dienstverlening en benadrukte daarbij dat de kostprijs van de dienstverlening niet de enige factor mag zijn om te kiezen voor een afstoting.[5]
Vereisten voor een geldig behoefteonderzoek
Op basis van de rechtspraak van de Raad van State dient de beslissing tot stopzetting of overdracht van een OCMW-dienst alleszins te berusten op een behoefteonderzoek, waarin de volgende vijf elementen zijn verwerkt :
- Onderzoek naar de behoeften van de gemeente en/of de streek: Dit omvat een grondige analyse van de actuele en toekomstige zorgbehoeften van de lokale bevolking, demografische evoluties en specifieke noden van kwetsbare doelgroepen.
- Onderzoek naar gelijkaardige inrichtingen of diensten die reeds in functie zijn: Een inventaris van het bestaande aanbod in de gemeente en omliggende regio, inclusief capaciteit, toegankelijkheid en kwaliteit van deze diensten.
- Beschrijving van de wijze van functioneren: Een gedetailleerde beschrijving van de huidige werking van de dienst, inclusief organisatiestructuur, personeelsinzet en gebruikersprofielen.
- Nauwkeurige raming van de kostprijs en van de uitgaven: Een financiële analyse die niet alleen de huidige kosten bevat, maar ook toekomstige investeringsbehoeften en exploitatiekosten.
- Vergelijking met gelijkaardige instellingen en diensten: Benchmarking met vergelijkbare diensten om de efficiëntie en effectiviteit van de eigen werking te evalueren.
Alternatieven voor afstoting: verzelfstandiging en samenwerking
Het Decreet over Lokaal Bestuur biedt ook verschillende alternatieven namelijk externe verzelfstandiging en samenwerking. Deze omvatten de oprichting van OCMW-verenigingen (Deel 3, Titel 4) : welzijnsvereniging (publiekrechtelijke vereniging), woonzorgvereniging (vzw of vso), vereniging voor sociale dienstverlening (vzw of vso), autonome verzorgingsinstelling (publiekrechtelijke vereniging voor de exploitatie van een ziekenhuis) en ziekenhuisvereniging (vzw voor de exploitatie van een ziekenhuis).
Uit een onderzoek van de UGent naar verzelfstandiging en samenwerking blijkt dat financiële motieven, de nood aan autonomie, en de integratie gemeente-OCMW de belangrijkste drijfveren vormen voor lokale besturen om tot verzelfstandiging over te gaan.[6]
Praktische uitdagingen en aandachtspunten
Lokale besturen die overwegen om diensten af te stoten of over te dragen, moeten rekening houden met verschillende juridische en praktische aspecten:
- Europese Richtlijn 2001/23/EG betreffende het behoud van rechten van werknemers bij overdracht van ondernemingen
- Sociale Maribel-regeling en de impact op arbeidsplaatsen en financiering
- Beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het gelijkheidsbeginsel bij de keuze van overnemers
- Continuïteit van dienstverlening en waarborgen voor toegankelijkheid
Uit de praktijk blijkt dat veel besturen de complexiteit van deze regelgeving onderschatten en te snel kiezen voor bepaalde pistes zonder alle opties grondig af te wegen.
Ondersteuning door GD&A Advocaten
Bij GD&A Advocaten begrijpen we als geen ander het belang van deze materie. Ons team staat dan ook steeds klaar om uw bestuur met kennis van zaken bij te staan.
Wij bieden ondersteuning bij:
- Het opstellen van juridisch onderbouwde behoefteonderzoeken conform artikel 60 §6 OCMW-wet
- De juridische begeleiding bij verzelfstandigingstrajecten en de oprichting van OCMW-verenigingen
- Het uitwerken van samenwerkingen met private partners
- De begeleiding bij personeelsoverdrachten volgens de Europese regelgeving
- De analyse van financiële en juridische consequenties van verschillende scenario's
- Het begeleiden van procedures bij de toezichthoudende overheid
- Een robuuste verdediging bij juridische betwistingen
Onze ervaring leert dat een zorgvuldige voorbereiding en juridische begeleiding essentieel zijn voor succesvolle herstructureringen. We helpen uw bestuur bij het maken van weloverwogen keuzes die zowel juridisch houdbaar zijn als praktisch uitvoerbaar.
Nil satis nisi optimum!
[1] RvS, nr. 75.542 van 31 juli 1998 ; RvS, nr. 113.428 van 9 december 2002. Zie ook gelijkaardige arresten van de Raad van State : RvS, nr. 82 234 van 13 september 1999 en RvS, nr. 89 802 van 26 september 2000.
[2]Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering van 18 januari 2022, https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementairwerk/commissies/commissievergaderingen/1591421/verslag/1593679
[3] RvS, nr. 261.919, 8 januari 2025.
[4] Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering van 18 januari 2022, https://www.vlaamsparlement.be/nl/parlementairwerk/commissies/commissievergaderingen/1591421/verslag/1593679
[5] VVSG, Afstoten van OCMW-dienstverlening, geen onverkort succesverhaal, 7 juni 2016.
[6] Bestuurskundig onderzoek naar de tendens tot verdere verzelfstandiging en samenwerking bij de uitvoering van de zorgtaken van de OCMW’s en de mogelijkheid om vanuit de organieke regelgeving daarin te faciliteren met behoud van de regierol van het OCMW/de gemeente, Universiteit Gent.