Provincie- en Gemeenteraadsverkiezingen 2024: Politiek mandaat, the gift that keeps on (data) giving? Caute, caute!

1 oktober 2024

Met de naderende provincie- en gemeenteraadsverkiezingen schieten verkiezingsborden als paddenstoelen uit de grond, worden campagnes aangescherpt en ontvangt menig burger diverse infobladen met de standpunten van lokale partijen in de brievenbus. Sommige kiezers krijgen zelfs gepersonaliseerde brochures die inspelen op hun persoonlijke interesses en zorgen. Dit roept de vraag op waar politici deze gegevens vandaan halen. Kan het zijn dat politici de mosterd (of eerder: de gegevens) halen uit hun huidig ambt?

De provincie- en gemeenteraadsverkiezingen op 13 oktober 2024 naderen met rasse schreden. Verkiezingscampagnes worden ondertussen met veel vuur gevoerd, ook door reeds zetelende mandatarissen die hun plaats in het politieke forum willen verdedigen. In deze nieuwsbrief maakt GD&A Advocaten de analyse of mandatarissen tijdens hun verkiezingscampagne gebruik mogen maken van informatie die ze tijdens hun ambtstermijn hebben verkregen.

1. Context – het gebruik van informatie in het kader van de verkiezingscampagne

    Met de naderende lokale verkiezingshoogmis in oktober zien verschillende zetelende mandatarissen zich genoodzaakt andermaal campagne te voeren om hun plaats binnen het gemeentelijke politieke gremium te vrijwaren. Daarbij kan het zeer aantrekkelijk zijn om kiezers op een geïndividualiseerde wijze te benaderen, met standpunten die specifiek hen nauw aan het hart liggen.

    Zetelende mandatarissen hebben vaak toegang tot diverse gemeentelijke bestanden en officiële databanken zoals de registers van de burgerlijke stand, de ledenlijsten van verenigingen, het Rijksregister, klantenbestanden van bedrijven etc. Daarnaast krijgen zij tijdens de uitoefening van hun actueel mandaat kennis van zeer veel informatie die diverse persoonsgegevens bevat.

    De vraag rijst of zij de toegang tot deze databanken en verkregen informatie mogen aanboren om hun verkiezingscampagne slagkracht te geven.

    Persoonsgegevens worden immers beschermd door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG). Deze Verordening bepaalt de krijtlijnen waarbinnen de verdere verwerking van gegevens toegelaten is. Zodoende dat o.a. naar deze Verordening gekeken dient te worden om bovenstaande vragen te beantwoorden.

    2. Informatiegebruik: problematisch in het licht van het ‘doelbindingsbeginsel !

      Eén van de kernprincipes van de AVG is het beginsel van de doelbinding. Gegevens die zijn verzameld voor een specifiek doel mogen principieel niet voor een ander doel worden gebruikt. Gegevens die bijgevolg verzameld zijn voor het uitvoeren van gemeentelijke taken mogen in die zin niet gebruikt worden voor verkiezingscampagnes.

      Het gebruik van de gemeentelijke databanken zoals bv. de registers van de burgerlijke stand, de ledenlijsten van verenigingen en het Rijksregister voor het voeren van een verkiezingscampagne zou dan ook een schending van het beginsel van de doelbinding uitmaken.

      Eenzelfde argumentatie geldt voor gegevens die de politici hebben verkregen binnen de uitoefening van hun mandaat. Ook deze werden verzameld voor de werking van de gemeente, niet voor de verkiezingscampagne van de betrokken mandataris.

      Bovendien moeten mandatarissen transparant zijn over welke gegevens zij verzamelen en hoe deze worden gebruikt. Dit betekent dat zij duidelijk moeten communiceren met de betrokkenen over het gebruik van hun gegevens in het kader van de verkiezingscampagne.

      Hetgeen vandaag de dag, in de overgrote meerderheid van de gevallen, niet het geval blijkt te zijn.

      3. Informatiegebruik: nooit nooit, maar wanneer dan wel toegelaten?

        De AVG stelt strikte eisen aan het gebruik van persoonsgegevens, doch legt in beginsel evenmin (extreme) verboden op. De toelaatbaarheid van iedere gegevensverwerking zal steeds concreet, met inachtneming van alle omstandigheden, beoordeeld moeten worden.

        Zo zouden mandatarissen weldegelijk gegevens van betrokkenen mogen gebruiken die zij hebben verkregen tijdens de uitoefening van hun ambt, indien hiervoor een wettelijke grondslag aanwezig is of de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene verkregen werd.

        In voorkomend geval zal dit echter steeds transparant gecommuniceerd moeten worden aan de betrokkene(n) waarbij ook steeds de andere beginselen van de AVG in acht moeten worden genomen (zoals de beginselen inzake een minimale gegevensverwerking, het recht van een betrokkene om een gegeven toestemming in te trekken, …).

        4. Wat dan met gegevens uit officiële kiezerslijsten?

          In tegenstelling tot persoonsgegevens die worden verkregen uit gemeentelijke databanken of de uitoefening van het gemeentelijk ambt, is voor de officiële kiezerslijsten voorzien in een apart, wettelijk regime dat is vastgesteld in de kieswetgeving.

          De kieswetgeving bepaalt zeer concreet welke gegevens door wie mogen worden gebruikt. Bijvoorbeeld mogen enkel politieke partijen met een verkiezingslijst evenals politici op de lijst, kiezerslijsten voor campagnedoeleinden opvragen. Indien een politieke partij geen kandidatenlijst voordraagt, kan zij geen gebruik maken van de kiezerslijsten, en dit op straffe van strafsancties. Hetzelfde geldt overigens voor een persoon die later van de kandidatenlijst zou geschrapt worden.

          Verder legt de kieswetgeving ook meerdere grenzen vast waarbinnen de gegevens uit de officiële kiezerslijsten verwerkt mogen worden. Zo mogen bijvoorbeeld enkel de persoonsgegevens die voorkomen op deze kiezerslijsten gebruikt worden als selectiecriteria om burgers individueel aan te schrijven (bv. aanschrijven van kiezers uit een bepaalde deelgemeente, aanschrijven van kiezers van een bepaalde leeftijd, …).

          Bovendien worden ook verschillende gegevens van de kiezerslijsten niet ter beschikking gesteld van de politieke partijen en politici, zoals bijvoorbeeld het rijksregisternummer.

          De kiezerslijsten mogen ook niet gedeeld worden met derden. 

          5. Voorzichtigheid = aangeraden!

            Vanuit de Gegevensbeschermingsautoriteit raadt men het sterk aan om voor de toelaatbaarheid van een concreet gegevensgebruik in het kader van de verkiezingen, aandachtig te kijken naar de diverse instrumenten van de kieswetgeving, aangezien de gegevens die worden gedeeld met de politieke partijen/politici evenals het lot van de persoonsgegevens die gebruikt kunnen worden op basis van de officiële kiezerslijsten, verschillen al naargelang het toepasselijke instrument van de kieswetgeving.

            Bovendien blijft omzichtigheid geboden: hoewel een onrechtmatig gebruik van persoonsgegevens voor verkiezingsdoeleinden op eerst zicht onschuldig kan lijken, is het dat allerminst!

            In het recente(re) verleden veroordeelde de Gegevensbeschermingsautoriteit al meerdere lokale mandatarissen tot de betaling van geldelijke boetes wegens een onrechtmatig gebruik-/misbruik van persoonsgegevens die werden bekomen in het kader van de uitoefening van een ambt.

            Evenmin kan het worden uitgesloten dat de aansprakelijkheid van de gemeente zelf -als verwerkingsverantwoordelijke van het gros van de beschikbare persoonsgegevens- in het gedrang dreigt te komen, ingeval zou blijken dat zij onvoldoende maatregelen heeft genomen om onrechtmatig gebruik-/misbruik van persoonsgegevens voor verkiezingsdoeleinden, te voorkomen.

            Voorzichtigheid en waakzaamheid bij gebruik van informatie door politici is dan ook ten zeerste aangeraden!