Thema milieu-aansprakelijkheid van lokale besturen: het gewicht van de wereld op gemeentelijke schouders? Het wordt zaak zich niet te vertillen! Een lokaal Urgenda lijkt in de maak.
6 mei 2020
De synergie van pandemieën en veranderingen in het klimaat hebben in het verleden al verscheidene samenlevingen op de knieën gedwongen. Vandaag zijn we als bewuste participanten in een post-industriële maatschappij meer dan ooit op de hoogte van de precaire aard van ons klimaat, alsook van de diepgaande impact hiervan op de mensheid in haar geheel. Het is dan ook niet verrassend dat lokale besturen een voortrekkersrol willen spelen bij klimaatmitigatie en -adaptatie. Echter: belofte maakt schuld, waardoor het aangaan van onhaalbare engagementen mogelijks verregaande ramificaties heeft voor goedbedoelende besturen én hun mandatarissen. Moniti meliora sequamur.
In recente jaren werden legio milieuvriendelijke initiatieven opgestart. Dit werd aangewakkerd door een immer groeiend klimaatbewustzijn. Hierbij namen ook de Vlaamse lokale besturen een voortrekkersrol op zich middels het onderschrijven van het Burgemeestersconvenant, de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen en door het uitwerken van eigen, bijkomende initiatieven. De politieke wil om klimaatverandering ook op lokaal niveau aan te pakken is lovenswaardig, doch mag niet ten koste gaan van een gezonde dosis scepticisme en juridische waakzaamheid.
In deze themareeks zal geschetst worden welke lokale klimaatinitiatieven van belang zijn. Daarnaast worden de repercussies ervan naar verplichtingen en aansprakelijkheden voor de lokale besturen, haar ambtenaren en mandatarissen toegelicht. Ook actiemiddelen van burgers om de engagementen af te dwingen worden bekeken. Wij starten deze reeks van nieuwsbrieven met een kort overzicht van de voornaamste initiatieven.
1. Burgemeestersconvenant
In 2008 werd op Europees niveau reeds het Burgemeestersconvenant afgesloten, met als achterliggende doelstelling de lokale besturen doorheen de Unie te inspireren en te engageren om vrijwillig de klimaat- en energiedoelstellingen vooropgesteld door de Europese Unie te behalen. Teneinde deze doelstellingen te realiseren, konden de ondertekenende burgemeesters zich er onder meer toe verbinden de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen op het grondgebied van hun gemeente tegen 2020 met minstens twintig procent, en uiterlijk tegen 2030 met maar liefst minimaal veertig procent, terug te schroeven. Met het oog hierop, stellen de ondertekenende gemeenten een actieplan op om hun engagementen te concretiseren.
Het Burgemeestersconvenant werd inmiddels ondertekend door een overweldigende meerderheid van de Vlaamse lokale besturen. Zo participeren maar liefst 269 Vlaamse steden en gemeenten in het Burgemeestersconvenant, waaronder de meesten zich er bovendien toe verbonden hebben reeds tegen 2020 een zekere CO2-reductie te bewerkstelligen.
Uit de beschikbare cijfers blijkt echter dat er bij het noteren van deze doelstellingen mogelijks sprake was van teveel optimisme en een bovenmatig geloof in het eigen kunnen. Een steekproef met sample van 25 Vlaamse steden en gemeenten die allen het Burgemeestersconvenant onderschreven, toont bijvoorbeeld aan dat maar liefst 9 gemeenten hun CO2-emissies zagen toenemen in de periode tussen 2011 en 2017 (laatst beschikbare meetgegevens). Daartegenover staat dat slechts 4 van de onderzochte gemeenten hun CO2-uitstoot in de onderzochte periode zagen dalen met ca. tien procent of meer.
De meeste lokale besturen leveren goed werk en zien hun uitstoot wel degelijk dalen, doch dreigen desalniettemin de lat die door het Burgemeestersconvenant zeer hoog werd gelegd, niet te zullen halen.
2. Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen
De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, door de Verenigde Naties in 2015 vastgesteld als blauwdruk voor duurzame ontwikkeling tegen 2030, hebben onder andere betrekking op sociaal-economische en ecologische verduurzaming. Doelstelling 13 luidt letterlijk dat dringend actie dient te worden ondernomen om klimaatverandering en de impact ervan te bestrijden.
Hiertoe worden de volgende doelstellingen opgelegd:
- Het versterken van de veerkracht en aanpassingsvermogen tegen klimaatgerelateerde gevaren en rampen;
- Het vergroten van het bewustzijn omtrent klimaatproblematiek;
- Het verder integreren van klimaatverandering in beleid.
Zoals expliciet werd vermeld in een Mededeling aan de Vlaamse Regering door de Minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois, zijn de steden, gemeenten en provincies verantwoordelijk voor het uitwerken van sommige aspecten van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen.
Wederom dient te worden vastgesteld dat het bereiken van deze doelstellingen en het bestrijden van klimaatverandering afhankelijk is van medewerking van alle bestuursniveaus, alsook van bedrijven en burgers. Het getuigt anderzijds eveneens van zorgvuldig bestuur om stil te staan bij de gevolgen, wanneer blijkt dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen niet gehaald kunnen worden. Zulks niet in het minst, aangezien een rapport van 19 november 2019 aantoont dat geen enkele lidstaat van de Europese Unie op dit moment op schema zit. Het gezegde luidt dat men een gegeven paard nooit in de bek mag kijken, doch bij een opgedrongen paard wordt best tweemaal gekeken om te verzekeren dat het verstoken blijft van aandoeningen die potentiële aansprakelijkheden in zich dragen.
3. Eigen lokale initiatieven
Tot slot hebben diverse besturen zelf bijkomende initiatieven genomen, enerzijds om op een overkoepelend niveau het lokaal milieubeleid efficiënter te kunnen invullen en coördineren (denk bijvoorbeeld aan Klimaatengagement Vlaams-Brabant of Kempen2030), en anderzijds om hun burgers te ondersteunen bij de implementatie van milieuvriendelijkere technologieën en technieken in hun eigen leefwereld. Ook dergelijke initiatieven kunnen verwachtingen creëren, waardoor deze engagementen, mogelijks ongewild, niet geheel vrijblijvend zijn.
De laatste jaren zijn wij getuige geweest van een immense wildgroei aan ‘klimaatregelen’, groene beleidsplannen en niet-bindende bestuurlijke engagementen. De vraag die rest is echter: hoe vrijblijvend zijn al deze voorschriften nu daadwerkelijk – en blijft de gemeente buiten schot wanneer blijkt dat haar schouders de lasten niet langer kunnen torsen? “Und des Donners Wolken hangen Schwer herab auf Ilion“ (Friedrich Schiller).