Wijziging Rechtspositiebesluit en Tuchtprocedurebesluit lokale en provinciale besturen: Nieuwe focus op gelijke kansen en non-discriminatie
31 juli 2025
De Vlaamse Regering heeft op 14 juli 2025 principiële goedkeuring verleend aan het ontwerp van besluit tot wijziging van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling en de tuchtprocedure van het personeel van lokale en provinciale besturen. De vooropgestelde wijzigingen brengen enkele tekstuele verbeteringen met zich mee, maar zorgen vooral voor conformatie aan het Vlaamse gelijkekansenbeleid,[1] het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap en de gedeeltelijke omzetting van EU-richtlijn 2023/970 betreffende gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijkwaardige arbeid.[2]
Context na vernietiging Ontslagdecreet
Na de vernietiging van het Vlaams decreet van 16 juni 2023[3] (het zogenaamde "Ontslagdecreet") door het Grondwettelijk Hof bij arrest nr. 85/2025 van 5 juni 2025,[4] rezen er vragen over de status van het uitvoeringsbesluit[5] dat op basis van het Ontslagdecreet werden aangenomen en dat enkele aanpassingen had doorgevoerd aan het Rechtspositiebesluit.[6] Tijdens de commissie voor Binnenlands Bestuur en Inburgering van 17 juni 2025 erkende Vlaams Minister Hilde Crevits dat het Rechtspositiebesluit ingevolge de vernietiging van het Ontslagdecreet hiaten vertoonde die geremedieerd zouden moeten worden.
Het hier besproken ontwerp tot wijziging van het Rechtspositiebesluit zorgt er echter (nog) niet voor dat deze hiaten weggewerkt worden, maar legt de focus op andere aspecten van het personeelsbeleid bij lokale en provinciale besturen.
Inclusie van personen met een handicap
Een belangrijk aspect van de vooropgestelde wijzigingen is het verruimen van de definitie van "personen met een handicap" in artikel 3, §2 van het Rechtspositiebesluit. De nieuwe definitie is gebaseerd op artikel 2, §1, 4° van het Gelijkekansenbesluit van 24 december 2004.[7]
De nieuwe definitie zou ook personen met een chronische ziekte omvatten en zou een uitgebreide lijst bevatten van 15 (in plaats van 6) categorieën van personen die als "personen met een handicap" worden beschouwd.
Genderneutraliteit en non-discriminatie
In uitvoering van EU-richtlijn 2023/970 introduceert het ontwerp van besluit nieuwe bepalingen in het Rechtspositiebesluit die genderneutraliteit en non-discriminatie bij aanwerving en selectie versterken. Zo zou artikel 9 van het Rechtspositiebesluit worden aangevuld met de verplichting dat vacatures en functiebenamingen genderneutraal moeten zijn en dat aanwervingsprocedures op niet-discriminerende wijze moeten worden gevoerd.
Artikel 10 van het Rechtspositiebesluit zou eveneens op vergelijkbare wijze aangevuld worden met de bepaling dat selectieprocedures genderneutraal en niet-discriminerend moeten zijn om het recht op gelijke beloning voor gelijke of gelijkwaardige arbeid te waarborgen.
Verbetering rechtspositie van personen met gezinsverantwoordelijkheden
De voorziene wijzigingen aan artikelen 35, 37, 53 en 62 van het Rechtspositiebesluit hebben tot doel de rechten van personeelsleden die verlof opnemen in het kader van gezinsverantwoordelijkheden te versterken.
Concreet betekent dit dat periodes van dienstactiviteit die overeenkomen met verloven in het kader van gezinsverantwoordelijkheden (zoals ouderschapsverlof, verlof voor medische bijstand, palliatief verlof, etc.) zouden meetellen voor:
- De berekening van het vakantiegeld
- De berekening van de eindejaarstoelage
- De opbouw van jaarlijkse vakantiedagen
- De opbouw van ziektekredietdagen voor statutaire personeelsleden
Verfijning van regels bij arbeidsongeschiktheid
Het ontwerpbesluit voorziet ook in tekstuele verduidelijking in de regeling betreffende de deeltijdse werkhervatting na ziekte (artikel 63 Rechtspositiebesluit) teneinde verkeerde interpretaties te voorkomen. En omdat het derde lid van dat artikel handelt over de disponibiliteit wegens ziekte, en dus een andere materie betreft, zou dit lid ondergebracht worden in een nieuw artikel 63/1.
Een belangrijke bepaling in het nieuwe artikel 63/1 is dat het wachtgeld bij disponibiliteit wegens arbeidsongeschiktheid nooit minder mag zijn dan het bedrag bij vervroegd pensioen dat het personeelslid op het ogenblik van de indisponibiliteitsstelling zou genieten, maar toch niet meer mag zijn dan het bedrag van het laatste activiteitssalaris. Dit vormt een beschermingsmaatregel om te voorkomen dat personeelsleden in de richting van een vervroegd pensioen worden geduwd om financiële redenen. Deze bepaling stond ook al in het oude Rechtspositiebesluit van 2007,[8] maar werd initieel niet overgenomen in 2023 in het huidige het Rechtspositiebesluit.
Technische aanpassingen in de tuchtprocedure
In de besluiten van 20 juli 2018[9] en 14 december 2018[10] betreffende de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van respectievelijk het lokaal bestuur en de provincie zou het wijzigingsbesluit een technische aanpassing doorvoeren. De verwijzing naar artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek wordt vervangen door een verwijzing naar artikel 1.5 van het Burgerlijk Wetboek.
En wat nu?
Vooraleer het wijzigingsbesluit definitief goedgekeurd kan worden, starten de onderhandelingen met de vakorganisaties in het comité C1 voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, en wordt advies gevraagd aan het Vlaams Mensenrechteninstituut (VRMI).
Na deze stappen en een eventuele tweede principiële goedkeuring zal het ontwerp van besluit worden voorgelegd aan de Raad van State voor advies.
***
Uiteraard volgt GD&A Advocaten op de voet op of aan dit ontwerp van besluit al dan niet nog wijzigingen zullen worden doorgevoerd.
Eveneens wordt nauwlettend in de gaten gehouden wanneer aan de hiaten in het Rechtspositiebesluit naar aanleiding van de vernietiging van het Ontslagdecreet geremedieerd wordt.
[1] Decreet van 10 juli 2009 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid, BS 23 september 2008.
[2] Richtlijn (EU) 2023/970 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 ter versterking van de toepassing van het beginsel van gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid door middel van beloningstransparantie en handhavingsmechanismen, Pb. L 132 van 17 mei 2023.
[3] Decreet van 16 juni 2023 tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid, BS 10 juli 2023.
[4] GwH 5 juni 2025, nr. 85/2025.
[5] Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2024 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 over een nieuwe functieclassificatie bij lokale besturen en over aangepaste salarisschalen ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, BS 1 februari 2024.
[6] Besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen, BS 8 maart 2023.
[7] Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie, BS 13 april 2005.
[8] Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, BS 24 december 2007.
[9] Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2018 tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire personeel van het lokaal bestuur en tot vaststelling van de werking, de samenstelling en de vergoeding van de leden van de Beroepscommissie voor Tuchtzaken, BS 14 september 2018.
[10] Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2018 tot vaststelling van de tuchtprocedure voor het statutaire provinciepersoneel, BS 1 februari 2019.