Duurzaam investeren voor lokale besturen: subsidieretentie.

18 juni 2021

Dat de coronacrisis – ook nà de normalisatie van het sociale leven – (economische) repercussies zal hebben, staat buiten kijf. (Ook) in de komende jaren zullen lokale besturen (moeten) focussen op het (duurzaam en structureel) bevorderen van hun lokale sociale economie. Daarbij is het noodzakelijk om verder te kijken dan het ‘klassieke’ instrumentarium. Via een systeem van ‘subsidieretentie’ zou de sputterende maatschappelijke economische motor opnieuw (structureel) kunnen worden aangezwengeld.

Subsidieretentie: een strategische én blijvende investering.

Het toekennen van subsidies blijkt een actueel thema bij lokale besturen, dat ook in de nasleep van de coronacrisis cruciaal zal zijn om de lokale economie recht te houden. Het subsidiethema brengt echter ook verschillende knelpunten met zich mee, denk voornamelijk aan: een ongelijke behandeling van begunstigden wegens een onvoldoende objectief subsidieproces, onrechtmatige/laattijdige uitkeringen van subsidies én niet-effectieve en inefficiënte besteding van subsidiemiddelen.

Om het subsidieproces te objectiveren, optimaliseren én te verduurzamen, kan het bestuur m.b.t. bepaalde thema’s een systeem van subsidieretentie overwegen.

Via een systeem van subsidieretentie kan het lokaal bestuur een private activiteit met een maatschappelijke meerwaarde financieel ondersteunen, waarbij – wanneer de doelstelling van de activiteit is bereikt – er (desgewenst) een terugbetaling gebeurt aan het lokaal bestuur (deels of met een surplus), zodanig dat de dezelfde middelen opnieuw in relevante maatschappelijke noden kunnen worden ge(her)investeerd.

De toepassingsmogelijkheden zijn legio.

Subsidieretentie kan op verschillende manieren én in verschillende aangelegenheden worden toegepast. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan (het toegankelijker maken van) leefbaar wonen, met een kort - sterk vereenvoudigd - voorbeeld ter illustratie:

  • Een kandidaat-begunstigde bezit een woning van € 200.000[1] die aan renovatie toe is, maar heeft niet voldoende financiële middelen om deze renovatie te kunnen bekostigen (bv. kwetsbare doelgroep).
  • De renovatiekost om de woning aan de minimale Vlaamse woningkwaliteitsvereisten te laten voldoen bedraagt € 22.000[2], waarin het lokaal bestuur tussenkomt.
  • Gebaseerd op een reële prijsstijging van 12,1% over vijf jaar*, gaan we er van uit dat de woning vijf jaar na de renovatie wordt vervreemd (bijvoorbeeld nà overlijden van- of via een verkoop door de begunstigde) tegen een prijs van € 248.000[3].

  • Op het moment van de vervreemding wordt een deel van de verkoopprijs aangewend om de eerder uitgekeerde subsidiemiddelen (zijnde € 22.000) aan het lokaal bestuur terug te betalen. Ook zou bepaald kunnen worden dat een surplus aan het lokaal bestuur is verschuldigd, bijvoorbeeld de helft (€24.000) van de gerealiseerde meerwaarde (€48.000).
  • Hierdoor heeft het lokaal bestuur initieel €22.000 geïnvesteerd, doch kan zij desgevallend na vijf jaar het verkregen bedrag van € 46.000 (zijnde de initiële investering van € 22.000 + surplus van € 24.000) opnieuw investeren in een andere begunstigde / woning.

Hoewel het bovenstaand voorbeeld sterk vereenvoudigd is en slechts de algemene principes tracht mee te geven, blijkt niettemin dat bij subsidieretentie de begunstigde niet verplicht is tussentijdse aflossingen te voldoen, dat het lokale bestuur eventueel aanspraak kan maken op een surplus via een gerealiseerde meerwaarde,… (vgl. bijvoorbeeld de verschillen met het concept van een renteloze lening).

Varianten van het systeem van subsidieretentie zijn ook interessant in andere maatschappelijk relevante thema’s, denk bijvoorbeeld aan: de ontwikkeling van (culturele-/sport-)infrastructuurprojecten en de heropening van de horecazaken.

Oplossingen op maat

De implementatie van subsidieretentie zou uiteraard steeds in concreto afgestemd moeten worden op de specifieke doelstellingen / noden van het betreffende lokaal bestuur, maar deze alternatieve en duurzame investeringsmethode lijkt – in combinatie-/ samen met ander “boosters”* – zeker overwogen te moeten worden met oog op een weldoordachte strategie ter bevordering van de lokale sociale economie.

*Zie daaromtrent onze eerdere nieuwsbrieven, bijvoorbeeld die van 9 maart 2021: Lokaal Vastgoedfonds: startkabels voor de lokale economie?”.

GD&A Advocaten staat uiteraard ter beschikking van lokale besturen om concrete uitwerkingen op maat mogelijk te maken.

Voor meer info omtrent het subsidiethema, neem ook zeker een kijkje op de subsidiepagina van onze website.


[1] Volgens het Belgische statistiekbureau Statbel, bedroeg in 2020 de Belgische mediaanprijs voor een huis in gesloten of halfopen bebouwing 216.500 euro.
[2] Uit een eerder rapport van Steunpunt Wonen blijkt dat 57% van het Vlaamse woningenpatrimonium niet voldoet aan de minimale Vlaamse woningkwaliteitsvereisten. De gemiddelde geschatte renovatiekost voor deze woningen bedraagt 22.000 euro per woning.
[3] € 200.000 (initiële waarde van de woning) + € 22.000 (renovatiewaarde) + de prijsstijging van 12,1% over een periode van vijf jaar.